Juli 2020



Winnaar juli 2020


Op Sicilië
of de gedachtestroom van een eenzame oude man
Rick Groenhart

 
Op Sicilië,  voorgelezen door Marc Graetz

Daar ben ik weer... Wederom zet ik voet op Siciliaanse bodem. Hetzelfde eiland, dezelfde streek, hetzelfde huis met zwembad in dezelfde vallei omringd door dezelfde bergen met daarbuiten dezelfde dorpjes en steden. Ie-der jaar weer. Niet dat ik meer zal zien dan dit huis, deze vallei… niet verder dan de bergen, nooit verder dan de bergen. Altijd precies dezelfde vakantie. Nou goed, op naar de bagageband.

Ik sjok! Wanneer is dat gebeurd?

Ach! kijk eens wie we daar hebben. Als dat Jaap niet is, of Gerrit of Kees. Je zou denken dat je iemands naam wel kent, als je al negen jaar op rij z’n huis huurt. Kijk hem staan dan! Kakkertje met je kraagje omhoog. Met je plat Amsterdamse accent. Kon je geen typetje kiezen ofzo? Meneer heeft kroegen gehad in Amsterdam. Zo zo, toe maar.
Ie-der jaar hetzelfde liedje. Ziet ernaar uit dat hij zich mij ook maar moeilijk voor de geest kan halen.
Ja ja… Succesvol horeca- baas, ik weet het. Ach! meerdere huizen hier en vijf hectare grond in totaal, ja? Meen je niet! Patsertje…
Blijven lachen en vriendelijk knikken. Geef me gewoon die sleutel! Oh, je gaat me voor en leidt me de weg? Pri-ma joh. Alsof ik de weg nog niet weet.
Als zelfs meneertje 4-huizen-en-50-hectare-grond vastgeroest zit in dezelfde routine en steeds hetzelfde grijsgedraaide plaatje afspeelt… wat voor hoop is er dan voor de rest van ons?

AU! godverdomme, splinter in m’n poot. Zie je! dat eiland had mij ook niet terug gewild. En dat al op de derde dag. Waarom moet ik dan ook weer zo nodig de boomgaard in? Het is niet eens de tijd van het jaar, er is nog niets te plukken. Hoe ging dat gedichtje ook al weer? Jantje zag eens pruimen hangen, oh! als eieren zo groot. Nou… niet hier.

Verdomme, dat ding gaat er niet uit. Ik strompel wel naar dat ligbedje daar.
Nagels te kort… ik krijg er geen vat op.
Ik hoor het haar zo zeggen, niet op je teenslippers de boomgaard in. Nou, je hebt weer eens gelijk, hoor.
Nee, natuurlijk komt er niemand als ik om hulp roep. En ik hoef mijn toilettas niet te controleren, daar zit geen pincet in. Wat nu? 

Wat zou er gebeuren als ik hier blijf zitten? Komt iemand me zoeken? 

Ik zit ook al vol met muggenbulten. Is dit de vierde dag al? Kijk deze dan! alsof mijn kuit gemigreerd is naar mijn scheenbeen! En ik heb verdomme een derde knie. Kwestie van tijd voor ik ze allemaal open heb gekrabd uit pure frustratie.
Of zijn het mierenbeten?
Zal toch naar de auto moeten… Dan kóóp ik wel een pincet. Nou, hinken dan maar.
Ach… zo klein? Deed dat nou zo’n pijn? Ik hoor het ‘r zeggen.

Hoe lang staan die arm afdrukken al op dat tafelblad? Zijn die van mij? Ik zat daar, op de eerste dag, dus dat zal dan wel. Die zullen wel blijven staan ook, de hele vakantie. Ik ga dat niet schoonmaken en wie doet het anders?
Waarom ben ik hier dan ook naar toe gegaan? Wat dóe ik hier? Wat kan een mens zich alleen voelen! En dat door een stel arm afdrukken op een tafelblad… Nou goed, laat ik maar naar het zwembad gaan, m’n eenzaamheid verdrinken.

Nee! Het is niet waar! Ennio Morricone dood… wat verschrikkelijk. En wat een voorrecht híer te zijn. Zijn leven, zijn werk… het moet gevierd! Maar hoe? Nu ik in Italië ben, ben ik zo dichtbij. Des te makkelijker hem te herdenken, samen met zijn Sicilian clan. Maar Sicilie huilt niet… het is stil in de vallei. Ik zal huilen! Ik zal hem herdenken.
En dat na een val… het is beter niet te oud te worden.
Ach, jong doodgaan houdt ook niet over…

Jezus, vrouw… rustig aan met die testosteron. Ik kan de haren op je lip en kin tellen vanaf hier! En dan zeggen ze dat Italiaanse vrouwen zo knap zijn. 
Was ik maar half zo mans geweest als zij… Dan, misschien...

Toch wel erg mooi, die nachtelijke hemel. Misschien is Sicilie zo naar nog niet. 
Wat raar, je ziet hier de wolken aan het firmament staan, geen schaduw, maar maagdelijk wit. En die maan, wat groot. Zo vol en wit. Wat kan een mens zich klein voelen… En daar, dat licht dat brandt als een vallende ster, roerloos in het zwart, gevangen in de nacht, dat brandt op de top van de Etna. Wat een mysterieuze dame, ‘s ochtends zie je haar, overdag zie je haar niet, het blauw van de lucht daalt neer tot aan de horizon- waar ik nooit kom, veel te ver weg, nooit verder dan de bergen!- en ‘s avonds is ze nooit meer dan een schaduw, slechts een paar tinten donkerder dan de lucht. Een ééndimensionaal plaatje, alsof het getekend is door een kind van acht. 

Dames met een mysterie, daar ken ik er meer van. 
Wat een raar gevoel… is dit nu een deja vu? Ergens weet ik wel dat de nacht hier anders is, maar toch lijk ik er ieder jaar weer opnieuw achter te komen. Ik hoop het weer te vergeten, ik wil dit ieder jaar opnieuw. Wat een ontdekkingsreis. Een wat kan een mens zich nietig voelen in het bijzijn van de Etna en de hemel. De maan en de sterren… 

Helaas hebben sommige mensen ook dat effect. 

Ach, een actrice vermist… Ja, die ken ik wel. Van die serie met die liedjes. 
Wat een sneu verhaal. Die leeft niet meer. 
Vreemd hoor, al die mensen die er de raarste complottheorieën op nahouden. Die is gewoon verdronken.
Wel sneu voor dat jongetje. Arm joch.
Zal ik Jennifer eens appen, kijken of zij het al weet?
We keken Glee toch samen. Of nu ja, zij keek en ik keek mee. 
Ik hoop dat ze gevonden wordt. 

Ja hoor, daar is ie weer. Jaap, of Gerrit of Kees, in z’n gele polootje, in z’n gele Panda, op de oprijlaan van zijn gele huis. Zou hij nou van polo en auto wisselen als hij de huurders van zijn andere huizen bezoekt? Roze, blauw, groen?
Waarom ben je hier eigenlijk? Heb ik je hier gevraagd? 
Oh, het zwembad onderhouden. Ok. Prima.
Ja ja.. natuurlijk heb ik je planten water gegeven. Je planten laat ik wel in leven hoor, het zijn mijn wensen, dromen en ambities die ik een stille dood heb laten sterven.

Wat is het toch met deze man, deze Jaap, Gerrit of Kees? Hij praat zo veel, maar zegt helemaal niets. Of zeg ik niet genoeg? Misschien kan hij niet tegen mijn stiltes… Mijn makke, ik denk te veel. Denk veel te veel, maar zeg nooit wat. Nu overdenk ik hem, overdenk ik mij… Overdenk het overdenken, maar ik zeg niks. Zeg dan wat! Om het even. Zeg wat, nu, nu , NU! Dit is je kans, haak híer op in. Zeg wat, nu!
Oh… moment voorbij.
Je komt nog een keer terug? Beddengoed en handdoeken op halen, ja hoor, prima. Els doet de was, me meissie. Vreselijk. Zij maakt ook het huis schoon? Snap niet dat ze daar vier uur voor nodig had, zo vies als het hier nog is, maar goed.
Ja, ik weet dat de afstand tussen jouw huis en dit huis dezelfde is als die tussen Amsterdam en Utrecht.
Ik heb je toch ook niet gevraagd te komen?

Waarom lijkt alles zo dof? Waren vakanties vroeger niet veel feller? Strandvakanties, gewoon aan de Hollandse kust, met het geelste zand, blauwe luchten, de witste wolken, rode parasols of in de kleuren van de regenboog, het groene gras tussen de duinen. En er was niet eens veel zon, maar alle kleuren lééfden. Hier is zon, maar toch, de kleuren zijn zo flets. Een mosgroene deken over beige bergen. Beige! wat een aseksuele kleur dat wel niet is.
Waarom zie ik niet meer in kleur? Is dat wat er gebeurt met het klimmen der jaren? Laat het stoppe-
Malloot! kijk toch uit debiel! Die Sicilianen rijden als gekken! Net als de Italianen. 
Dat huis daar, die bouwval… het stort bijna in elkaar. De klimplanten die het overwoekerden zijn dood. Zenuwen- nee, Bloedvaten?- ze voorzagen dit krot van leven. Maar wat houdt dit huis nu nog bij elkaar?

Wat houdt mij nog bij elkaar? 

Wat is dit nu? Een schelp in mijn zak. Die heb ik zeker onbewust meegenomen van het strand. Voor Melissa. Zoals ik dat altijd deed. Daar is ze nu te oud voor. 
Laat ik maar weer eens naar het zwembad gaan. Zoveelste tochtje langs de oprit deze vakantie. Ik kan ook dóórlopen, zo de afrit af, de weg op. En dan? Links, rechts? Maakt niet uit, als ik maar uit deze vallei kom! Wat zou ik vinden achter die bergen?
Word ik nou gevolgd? Ik zou zweren van wel… Maar nee, natuurlijk niet.

Wat doen ze toch steeds, die libellen? Is dat een paringsdans?
Oh kijk nou. Dat is het.
Waarom gaat die ene nou steeds met dat kontje het water in? Is dat het vrouwtje? Voelt ze zich vies? Karen ging ook vaak douchen na de daad. Alsof ze vies van me was.
De daad? Waarom kan ik het beestje nou nooit eens bij de naam noemen? Niet eens in gedachten. Je bent verdomme een volwassen vent!
Het is grappig, al die keren dat zij ging douchen had ik dat eigenlijk moeten doen.
Nou ja, grappig… als het niet zo pijnlijk was misschien.
Wacht-eens-even… Zet ze nou haar eitjes af? Weet niet of ik nog wel wil zwemmen. Je moet er toch niet aan denken dat zo’n eitje of zo’n larve je urethra in zwemt! Libellenlarven zijn zulke akelige beestjes. Eng en lelijk.
Hoe heet die vis ook alweer? Candiru, dacht ik. Nou goed, nu plas ik natuurlijk niet in het zwembad.
En hop, daar gáán ze weer. Hitsige beesten, libellen…
Had dat ons gered? Als ik meer had geneukt? Als ik het had durven zeggen?
Zo, ik heb het gezegd!

Jezus-Christus-heilige-maagd-Maria-op-een-bromfiets! een slang.
Even bijkomen hoor… Wat schitterde die prachtig in het zonlicht! Even ome Google raadplegen… Waarschijnlijk een niet giftige soort, dat is dan weer jammer.
Hoewel… Wie houd ik eigenlijk voor de gek. Alsof ik thuis iemand heb die ik kan vertellen over mijn bloedstollende ontmoeting met een gifslang.
Er is natuurlijk wel Esperidão, maar die zal niet onder de indruk zijn. Die heeft eens een krokodil door de straten zien lopen. Dat heb je in Brazilie.
En kun je nog wel spreken van penvrienden als er al zo lang geen contact meer is geweest? Kun je überhaupt wel spreken over penvrienden als je alleen maar appt? Ach, dat heb je in deze tegenwoordige tijd, alle romantiek weg.
Ik zal hem eens appen.
Beter een verre vriend dan een fysieke vriend. Of iets van die strekking.

Stuk lopen maar weer. Even dat huis uit.
Apart zeg, er loopt hier een riviertje over de weg. Nu ja, toch op z’n minst een bergbeekje.
Sterk genoeg in ieder geval om het asfalt weg te slijten, moet je die diepe geul zien, zeg.
Daar zal ik toch overheen moeten als ik verder wil. 
Goed, op hoop van zegen dan maar.
Au!
Goh, hoe fit ben jij nou eigenlijk? Ik? Ik heb mijn arm eens verrekt toen ik over een bergbeekje sprong dat op het smalst maar 50 centimeter breed was. 

Oh! hij heeft terug geappt. Dat maakt me blijer dan ik had verwacht… Het is weer als vanouds.
Ach, wat een goedzak is het ook. Ja, natuurlijk pas ik op.
Ik zal hem een foto sturen van die hagedis daar.
Wat is dit, een link? Aha, grootvadertje Wikipedia…
In Brazilië hebben ze de lagartixa branca. Nee, zo wit heb ik ze hier nog niet gezien.

Wat een vreselijke stem! en dat op de radio. 
En dan deze, een zangeres notabene! Wie heeft háár gezegd dat ze een prettige stem heeft, dezelfde die rijbewijzen geeft aan Sicilianen? 
Ja, zo leer ik natuurlijk nooit Italiaans. Kan best een mooie taal zijn- beter dan het Frans!- maar dan moeten ze het wel aan me weten te verkopen.
Best raar eigenlijk, al zo veel jaren naar Italië en ik spreek nog geen woord Italiaans.
Ze zouden me alles wijs kunnen maken hier. Ik zou zo een pizza Berlusconi bestellen. Of een pasta di Mussolini. Zouden ze me zeggen dat ik linksaf moet slaan op de Via Bianca Castafiore, voer ik ‘m al in Google Maps in. 
Was die eigenlijk wel Italiaans? Dat moet haast wel met zo’n naam.
Weet wel dat ze gebaseerd is op Maria Callas. Maar die was Grieks, geloof ik. 
Of toch Italiaans?
Mooie vrouw was dat wel. Soms ook weer niet. Sowieso wel interessant om naar te kijken.
Geweldige performance. 
Ann- Margret, dat was nog eens een mooie vrouw! Over een goeie energie gesproken, zeg. Zo vol energie.
Even neef Youtube raadplegen.
Wat een absoluut genot om naar te kijken. 
Maar wat een dómme mensen! Overdreven, hoe bedoel je? Het is een screentest! Het moet overdreven, ze moet álle emoties laten zien, ze moet haar haar losgooien, keer op keer op keer op keer… het móet sexy.

Gád-ver-damme! wat een gore bende langs de weg. Zo eeuwig zonde dat die Sicilianen niet zuinig zijn op hun eiland. Werkt schijnbaar anders hier dan in Nederland, met het vuilnis.
De berm ligt vol joh, alsof ze het uit een rijdende auto gooien! 
Daar, meubilair, flessen wijn en bier, poppen, schoenen, dames en heren, een hele lading bruine bananen. Al aan het fermenteren, zo te ruiken.
En hier, een bh-tje, en nog één. En daar, de derde al.
Dat een zo’n kledingstuk zoveel teweeg kan brengen... Was ik maar een betere vader geweest. Had ik maar geweten hoe.
Had ik er meer moeten zijn voor ze? Dat had weinig uitgemaakt. Hóe?

Lekker gevoel, die frisse bries door m’n beenhaar. Of nu ja… die drie haren die ik heb.
Eén windvlaag,
twee windvlagen,
zal ik nu bij de derde eens dichtklappen als een venusvliegenval? 
Je bent zo gesloten. Zeg nou ook eens wat. Wat denk je, wat voel je? Ik weet het niet.
Ik weet het ook niet.
Ben ik wel mans genoeg met een heel tapijt aan beenhaar?

Rode bultjes, witte bulten in rode vlekken, onregelmatige vlekken, bulten die zo groot en hard worden als een buil…
Ik weet nu dat het muggen zijn, waarom ben ik dan toch nog steeds op een wraaktocht gericht tegen mieren? Al dagenlang mep ik iedere mier bij het zwembad dood met mijn slipper.
Weet je wat het is met jou? Je hebt agressieproblemen, jij. Je moet hulp zoeken. 
Misschien hadden we samen moeten gaan dan!
Ach nee! wat erg, ze is gevonden. Wat vind ik dat sneu. Laat ik Jennifer nu toch maar eens appen. Wat zal die dit erg vinden. Ik weet hoe belangrijk die actrice voor haar geweest is. Of nu ja, toch eigenlijk die rol.We hebben het er nooit over gehad- nee, schijnbaar doe ik niet aan praten!- maar dit is is ze moed verzamelde uit te komen voor haar…

Nu ja, misschien gaat praten me inderdaad niet zo goed af.

Wát een goed boek zeg, dat Fahrenheit 451. Al is het wel confronterend.
Ben ik…
Een Mildred?
Is mijn leven zo leeg? 
Ik zie Google, Wikipedia, Youtube ook als familie. Noem ze m’n oom, m’n tante...
Ben ik net zo ongelukkig als zij?
Ja...
Waarom heb ik dat nooit onder ogen gezien? 
Ben ik te dom, te koppig?
Was ik maar socialer geweest…

Wat prachtig die nacht.
Die sterren, dat zie je niet in Holland, te veel licht daar. Kan je beter in een vallei zitten. Geweldig hoe die sterrenhemel voorbij schuift. Of nu ja, eigenlijk schuif ik onder de sterrenhemel door.
Wel raar, één nacht was de maan rood, daarna heb ik ‘m niet meer gezien. Zal ik eens baldadig zijn en een zoekactie starten? Wellicht vind ik de maan óver de bergen. 
Nou goed, laatste avond hier, laat ik maar toosten op Morricone. De Maestro!
Zit ik hier met m’n San Pellegrino- niet te zuipen, maar ja, dat weet je niet van tevoren!- en m’n afspeellijst van Ennio, begin ik nog te huilen ook, zeg.
Dat is zeker al járen geleden.
Wat is dat toch verdomd moeilijk, leven. Hoe dóen mensen dat toch? 
Het doet soms zo’n pijn. Alles is zo zinloos. Zo leeg. En dan ga je dood…

De hortensia’s op mama’s tuinpad…
Als het niet geregend had die week, dan hadden ze te droog gestaan. Dan had ik geweten dat haar wat mankeerde. Ik had wat kunnen doen.
Ik had er vaker moeten zijn...

Waaróm ben ik zo ongelukkig? Een leven lang gevangen in een baantje dat ik haatte. 
En waarom? Papa deed het ook. Ik deed het voor papa. En het was niet gewoon om veel en vaak van baan te wisselen. Ik zat het uit.
Waarom ben ik dan nu zo boos dat ik geen waardig afscheid heb gekregen?
Stom Corona. Geen kinderen meer om afscheid van te nemen, geen collega’s. 
Dat wílde ik niet eens, maar nu het niet meer kan, mis ik het toch.
Dat komt nog wel, als de school weer open gaat. 
Maar wil ik het dan nog wel?

Nou goed, laat ik maar naar bed gaan. Hier praat ik me alleen maar een depressie aan.
Morgen weer naar huis.
Laatste keer dat ik hier was. Hoef niet meer zo nodig terug. Weet niet eens waarom ik hier weer naar toe ben gekomen. Macht der gewoonte…
Laatste keer!


‘Wat was het weer lekker, hè Jan. Was weer genieten. Zullen we bij thuiskomst alvast boeken voor volgend jaar?’
‘Ja lief, lijkt me een goed plan. Leuk.’ 



Over Rick Groenhart: Gepassioneerd over lezen en schrijven sinds ik op mijn tiende mijn eerste Agatha Christie las. Nooit wat met die wens gedaan, maar recent heb ik besloten mijn ambities na te jagen. Ik heb een boek geschreven (niet gepubliceerd) en een tweede is in de maak. Sinds kort doe ik ook mee aan wedstrijden.



Shortlist juli 2020

Hieronder staat de shortlist voor juli 2020.

Stef Smulders - Een wolkenloze hemel 
Anka Hashin - Het afscheid van nummer 1 
Monica C. de Ruiter - Engel 
Roelie Prins - Vlierbloesem 
Rick Groenhart - Op Sicilië Of: de gedachtestroom van een eenzame, oude man 





Longlist juli 2020

Hieronder staat de longlist voor juli 2020.

 Update :  Alle verhalen zijn gelezen en beoordeeld. Twee verhalen zijn aan de lijst toegevoegd.

Sta je niet op de longlist? Laat dat je absoluut niet tegenhouden om door te gaan met schrijven en je verhalen in te sturen. Bedenk dat de juryleden ook maar mensen zijn en dat de grootste schrijvers ooit weigeringen hebben ontvangen.

Door omstandigheden wordt de shortlist pas 6 of 7 augustus gepubliceerd. We houden je op de hoogte.

Dan volgt nu de lijst:

Eelco Visser - Zand
Monique Wels- Roek
Erik van der Velden - Syrena
Mike van Holsteijn - Eindeloos vallen
Lina Rahs - Jane
Judith de Graaf-Omgekeerd
Cecile Koops - Songtekst
Frans van der Eem - Een goed gesprek
Stef Smulders - Een wolkenloze hemel
Carl Stellweg - Niets
Marceline de Waard - Met vileine pen
Pieter Drift - Exit
Joris Denoo - Blinde vink
Anka Hashin - Het afscheid van nummer 1
Tim Anthony - De Onafhankelijke
Monica C. de Ruiter - Engel
Charlotte Veldhuizen - Verlangen
Roelie Prins - Vlierbloesem
Pauline Luiten - Drie is te veel
Bert Roodhof - Rouwrandje
Jan Kranenbarg - Het blauwe hondje
Samuel Derous - De meisjes van Carlito 
Rick Groenhart - Op Sicilië Of: de gedachtestroom van een eenzame, oude man

Literaire Tijdschriften

Iets toe te voegen? Stuur je mail naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com!