Augustus 2020

  


Winnaar augustus 2020

Sluitertijd

Frans van der Eem

 
Sluitertijd,  voorgelezen door Marc Graetz

De wereld staat nog stil. Achter de naaldbomen die het huis beschutten tegen de zomerwind die elke ochtend over het meertje aan komt glijden, roert zich niets. Mira weet dat met de wind de dageraad komt.
De uitgebleekte boomstam ligt nog steeds bij de monding van de rusteloze beek. Het meertje slokt de beek snel op, trekt het wervelende water naar beneden en blijft er zelf bedrieglijk rustig onder. Mira spreidt de poten van haar statief en drukt ze stevig in het zand. Ze schroeft haar camera vast en controleert de ingebouwde waterpas. Hiermee zet ze haar wereld voor even recht, in het blauwe uur waarin het leven zich indikt in afwachting van de dag. Ze gaat op de boomstam zitten. Het spiegelgladde water van het meertje, nog stil van de nacht, keert de omringende bomen om. Mira wacht op de wind.

‘Buut nieuwe dag,’ riep Arwen altijd zodra het eerste licht door de bomen sijpelde. Waarna ze in haar rode badpak het water in danste. De wereld kwam erdoor in beweging de vorige zomer, elke dag weer. Mira borg dan haar fotoapparatuur op, zwaaide naar de rug van Stefan, die op weg was naar zijn vaste visstek, en ging terug naar het boshuis om het ontbijt klaar te maken.

De bomen aan de overkant van het meertje steken zwart af tegen de opgloeiende lucht. Daar zat Stefan altijd op zijn stoeltje, de hele dag turend naar zijn roodwitte dobber. Alleen als die knikte, stond hij op. Soms ging de dobber over tot een schokkerige rondedans, als een drenkeling die door een haai heen en weer wordt geschud. Stefan liet de hengel dan meedeinen, vierde de lijn of trok hem juist strak. Putte de vis uit zonder zichzelf in te spannen.
Een werveling in het water, halverwege het meertje. Mira staat snel op en kijkt door de zoeker van haar camera. Een baars springt happend naar lucht op uit het water. Ze drukt de ontspanknop in. En nog een keer, als de baars plat neerplenst op het water. Een duiker die verkeerd uitkomt. Het water rimpelt en probeert aan haar voeten verder de zanderige oever op te kruipen.
Ze haalt haar oog weer van de zoeker. Voor een camera bestaat de wereld alleen in die paar honderdsten van seconden dat de sluiter openstaat. Mensen hebben geen ontspanknop. Als zij hun ogen sluiten, blijft het beeld oplichten.

‘Koud!’
Arwen was ook die dag dapper het water ingelopen, haar benen om de beurt hoog optrekkend. Als een Lippizaner. Haar paardenstaart wipte mee tot op haar billen.
‘Niet zeuren,’ zei Mira plagend vanachter haar camera. ‘Je lijkt wel een oud wijf. Vooruit, in een keer door.’
Ze zoomde in op de rimpelende weerspiegeling van Arwens benen in het water. Mira drukte af en controleerde de foto op het scherm. Arwen liep op haar tenen verder het meertje in.
‘Goed zo, meissie!’ riep Stefan vanaf de overkant van het meertje.
‘Ik ga nu duiken, mama.’
‘Even wachten, lieverd.’
Mira draaide aan het objectief totdat in het scherm een totaalbeeld oplichtte van het meertje en de bomen erachter. Arwen stond bibberend in het water. Stefan zwaaide. Mira stelde de camera in op time lapse, elke twee seconden een foto, 10 minuten lang. Ze drukte de ontspanknop in.
‘Toe maar.’
Arwen wierp zich voorover in het water. Stefan klapte.
Arwen kwam weer boven.
‘Pap, mam, onder water stroomt het vandaag heel hard. Ik kan hartstikke ver het meertje in zonder adem te halen!’
Arwen dook.

De wind is gekomen en heeft de nacht teruggeduwd. De wereld zoekt een nieuw evenwicht. Mira drukt op de afspeelknop van haar camera en bladert, zoals elke ochtend deze zomer, met het wieltje terug naar de eerste foto op het geheugenkaartje. Arwen die duikt. Eén foto verder beginnende golfjes. Twaalf foto’s, 24 seconden lang, gebeurt er niets. Dan verschijnt Stefan in beeld. De foto’s vriezen hem in, het water in rennend, sjorrend aan zijn vissersvest. Op enkele foto’s kijkt hij rechtstreeks in de lens, zijn mond wijd open. Ze weet wat hij roept: ‘Blijf daar!’
Dan bijna honderd foto’s waarop Stefan rechts in het midden opduikt uit het water. Wanhopig naar lucht happend met geluidloze schreeuwen. Het is op de 150ste foto, vijf oneindige minuten, Mira heeft Stefan al dertig foto’s niet meer gezien, dat linksboven in beeld het wateroppervlak rood opbolt. Haar waaiert uit. Mira is één foto verder een wazige gestalte vlak voor de lens van de camera. Ze rent naar het water, springt erin en zwemt en zwemt, elke foto iets dichter bij haar dochter. Op de laatste foto, nummer 300, staat Mira weer op de oever, een bewegingsloos bundeltje rood in haar armen. Rechts op de foto is het wateroppervlak tot rust gekomen.

Mira zet de camera uit. Over het bruggetje dat de snelstromende beek overspant, loopt ze naar het boshuis. Arwen zit op haar vaste plek op de veranda, vastgegespt in haar rolstoel. Haar hoofd ligt op haar linkerschouder, een draderige sliert vocht loopt van haar mondhoek, via haar kin, naar haar borst.
‘Sorry lieverd, ben ik te lang weggebleven?’
Even lichten de ogen van Arwen op. Natuurlijk geeft het niet. Mira veegt het kwijl weg met haar zakdoek.
‘We gaan eerst ontbijten en dan maken we er met z’n tweetjes weer een mooie dag van.’

 

Frans van der Eem schrijft korte verhalen. Sinds medio 2017 stond hij tientallen keren op long- en shortlists, waaronder zes longlists en een shortlist van VvdM in 2020. Zijn verhaal 'Burengerucht' was VvdM in april 2020. In januari 2020 won hij de schrijfwedstrijd 'Dansende Olifanten op het ijs' van Godijn Publishing. In juni 2020 was hij een van de winnaars van de schrijfwedstrijd 'Zwarte Sneeuw' (Godijn Publishing) met zijn thrillernovelle 'Maaiveld', publicatie als e-boek en luisterboek 31 oktober 2020. Zijn verhaal 'Zoeklicht' was openingsverhaal van het Godijntje 'De storm van 2020. Verhalen van Vlieland'. Van hem verschenen meer dan dertig verhalen in verzamelbundels van uitgeverijen en op online schrijffora. Zie https://www.facebook.com/FransvanderEem


Shortlist augustus 2020

Hieronder staat de shortlist van augustus 2020.

Eelco Visser - Een tas vol verdriet
Frans van der Eem - Sluitertijd
Lara Lievendag - Uitgemaakt
Bernard Morsink - Memento mori
Ria Knijnenburg – In de hemel onder de grond

Aan alle shortlisters: Van harte gefeliciteerd!

Aan iedereen die er deze keer niet op staat: blijf schrijven! Scherp je pen! Stuur je ons de komende maand je allerbeste verhaal? 

10 september maken we de winnaar bekend.


Longlist augustus 2020

Hieronder staat de longlist van augustus 2020.

Update: alle verhalen zijn gelezen en beoordeeld.

Staat jouw verhaal er niet op? Laat dat je absoluut niet tegenhouden om door te gaan met schrijven. Onthoud dat juryleden ook maar mensen zijn en dat afwijzingen nou eenmaal bij het schrijversvak horen. Blijf schrijven en volgende keer beter!

Aan alle longlisters: van harte gefeliciteerd! 5 september publiceren we de shortlist.

Dan nu de lijst:

Erik van der Velden - De smaak van tranen
Eelco Visser - Een tas vol verdriet
Heleen Wagemans - Goudkoorts
Willem van Amsterdam - Zes
Luc Vos - Ik leef
Pauline Luiten - wegens prangende vraagstukken gesloten
Lotte Verborght - Het verdriet van de eenzaamheid
Ben Maratos - Ons schilderij
Frans van der Eem - Sluitertijd
Zahra Ahmadi - De stemlozen
Lara Lievendag - Uitgemaakt
Marceline de Waard - Minnaars
Eva Klijn - Kattengejank
Martijn van Bruggen - Schommelen
Bernard Morsink - Memento mori
Carl Stellweg - Een bos met maar één boom
Judith de Graaf - Kuiken
Ria Knijnenburg – In de hemel onder de grond
John Doe - De jas
Run Slinkers - Het been
Ben Dekkers - Houdbaarheidsdatum 
Richard Hilderink - Het dilemma rondom mevrouw H. 
Edith Eggenkamp - In stille aanbieding 

Literaire Tijdschriften

Iets toe te voegen? Stuur je mail naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com!