Tweede plaats oktober 2023


De leugens van Abe Osaka

- GdB - illustratie: Thijs Koster - 

De eer is het uiterlijk geweten en het geweten de innerlijke eer
- Arthur Schopenhauer

1.

Abe Osaka stond op zeven augustus om zeven uur op om een douche van zes minuten te nemen. Hij dwong zichzelf om onder de koude straal te gaan staan in de moderne badkamer van zijn comfortabele appartement. De buurt waar hij en zijn vrouw Noriko woonde was gelegen in een middelgrote stad bij de zee en bedoeld voor middeninkomens. Hun appartement behoorde tot de grotere in de wijk, wat Abe enige mate van aanzien gaf en zijn vrouw enige mate van voldoening. Na de douche ging Abe in zijn huiskleding aan tafel zitten, waar zijn vrouw het ontbijt had klaargezet en ze geduldig op hem wachtte. Hij bedankte haar voor het ontbijt, gaf een tik op haar billen en trok het pak aan dat ze voor hem had klaargelegd. Bij het weggaan wachtte ze hem op bij de deur en beloofde hij zijn best te doen om op tijd thuis te zijn.

Abe nam de trap in plaats van de lift en daalde rap de negen verdiepingen af. Hij was een snel traploper en de afdaling duurde slechts drie minuten, net zo snel als wanneer hij de lift nam. Hij stapte in zijn glanzende zwarte bolide en parkeerde deze een half uur later op de lege parkeerplaats van de fabriek waar hij werkte. Daarna trok hij zoals gewoonlijk zijn pak uit, vouwde het op en deed zijn werkkleding aan, waarin hij naar de fabriek liep.
Zijn leidinggevende was er voor de verandering vroeger dan hem en klopte Abe joviaal op zijn schouders.
‘Waarom ben je altijd zo vroeg?’ bulderde hij lachend.
Eerbiedig boog Abe zijn hoofd, ‘Ik wijd mijn tijd het liefste aan het succes van de fabriek.’
De man, die vijftien jaar jonger was, keek hem aan alsof hij twijfelde aan Abe’s verstand. ‘Begin maar met het klaarmaken van de band’, zei hij, terwijl hij zich ongeïnteresseerd van Abe afwende.
De dag verliep zoals alle andere dagen, Abe en zijn collega’s werkten aan de lopende band en op het midden van de dag nuttigden ze gezamenlijk hun lunch. Aan het eind van de dag stapte Abe in zijn bolide en reed naar zijn geheime vis-plek bij de zee. Hij pakte zijn net en emmer uit de achterbak en gooide het visvoer in het water. Hij had de visrijke plek jaren geleden ontdekt en een inham in het moerassige zand gemaakt waar hij de vissen gemakkelijk kon vangen. Het duurde langer dan normaal voordat hij acht vissen van het gewenste formaat ving en het begon donker te worden. Bang dat hij te laat bij het restaurant zou aankomen reed hij met hoge snelheid naar het nabijgelegen stadje, terwijl de vissen in de achterbak spartelden in de emmer.
Zoals altijd gebruikte Abe de achterdeur van het restaurant waar hij iedere dag zijn vis verkocht.
‘Abe?’ tierde de kok. ‘Je bent té laat, iemand heeft vijf minuten geleden al vis besteld en ik heb niks om klaar te maken!’
Abe bood overdreven zijn excuses aan en legde zoals altijd alle acht vissen op het aanrecht.
De kok ging met zijn armen om elkaar voor Abe staan. ‘Omdat je te laat bent betaal ik je tien procent minder.’
Abe rechte zijn rug en pakte demonstratief één van de vissen weer op. ‘Dat bedrag is goed voor zeven vissen, dit is de enige keer dat ik wat laat ben, deze vis kan ik ook ergens anders verkopen.’
De kok keek hem even dreigend aan, maar overhandigde toen het resterende bedrag. Abe haalde opgelucht adem, hij was even bang geweest om zijn beste klant kwijt te raken, maar kon het zich niet veroorloven minder aan de vis te verdienen.
Eenmaal aangekomen bij zijn luxe bolide waste Abe zijn gezicht en handen, spoot zijn parfum op en trok zijn pak aan, waarna hij naar huis reed. Toen hij thuiskwam stond zijn vrouw hem op te wachten.
‘Had je een drukke dag?’
‘Ja, een hoop afspraken en een geschil dat ik moest oplossen met de directeur… Maar genoeg over mijn werk lieve vrouw,’ laten we de rest van de avond voor onszelf houden.’ Abe gaf haar een kus en liep naar de badkamer om zich op te frissen en alle mogelijke sporen van de vissen weg te wassen en ging aan tafel zitten voor het diner.
Abe had zijn vrouw leren kennen tijdens haar studententijd, toen ze het einde van het semester met haar vrienden in een bar vierde. Hij had gelogen dat hij ook net was afgestudeerd en een managementfunctie bij een nieuwe fabriek had gekregen. Aanvankelijk was het een onschuldige leugen om eigen bestwil geweest, die hij uit gemak had volgehouden tijdens hun afspraakjes die volgden. Later, toen hij verliefd op haar werd en ze uit goede familie bleek te komen, had hij niet het lef gehad om de leugen op te biechten, uit angst dat ze hem zou verlaten. Van het één kwam het ander en op de nacht voordat ze trouwden, realiseerde Abe zich dat zijn leugen uit de hand gelopen was. Er was geen weg terug en Abe hield de leugen vol, terwijl hij zijn bescheiden inkomen aanvulde met activiteiten die hij na zijn werk deed om zijn fabel te kunnen staven. Omdat Otamoto, de fabriek waar Abe werkte, verder weg was dan de andere fabrieken waar de buren werkzaam waren, was er niemand die wist wat hij eigenlijk deed. Hierdoor was het gemakkelijk om de leugen in stand te houden. Zolang hij netjes zijn pak droeg en in zijn bolide reed, gaf het late thuiskomen de bevestiging van zijn belangrijke functie aan zijn vrouw en de buren. Abe’s web van leugens was al meer dan tien jaar een succes en inmiddels een onbreekbare onwaarheid.

2.

Een week later, op zaterdagochtend, liepen Abe en zijn vrouw met een volle tas boodschappen naar huis toen ze werden begroet door een man die hij vaag herkende.
‘Meneer Abe!’ Riep de man, terwijl hij zijn hand aanbood en een buiging naar Noriko maakte.
‘Mijn naam is Daichi en ik woon in de flat tegenover u… U heeft vast weleens bij me naar binnen gekeken... U werkt toch bij Otamoto? Ik heb daar vorige week een baan gekregen en begin deze maandag als band medewerker.’
Abe voelde het zweet uitbreken en probeerde zijn stem onder controle te houden. De rare opmerking over het naar binnen kijken overstemd door de mededeling dat Daichi zijn gekoesterde geheim in gevaar zou brengen.
‘Wat fantastisch heer Daichi, ik hoop u maandag te zien! Nog een fijne dag gewenst,’ antwoorde Abe. Zonder een verdere reactie af te wachten trok hij Noriko mee aan haar hand en liep door, om een verdere voortzetting van het gesprek te voorkomen.
De volgende maandagochtend vertrok Abe zoals gebruikelijk in zijn pak, dat hij op de parkeerplaats bij de fabriek getrouw omwisselde voor zijn werkkleding en begon hij met de voorbereidingen voor het werk aan de band. Net toen hij de band aan het ontsmetten was, hoorde hij de hoge stem van Daichi.
‘Mijnheer Abe! Werken de bazen nu ook aan de band? Ik zag u vanochtend nog in pak vertrekken!?’
Abe draaide zich om en pakte Daichi stevig bij zijn schouders, terwijl hij hem recht in zijn ogen aankeek en zijn ingestudeerde bekentenis deed. Hij had hiervoor een hoge functie gehad als afdelingshoofd maar was afgezet na een geschil met de directeur en had dit niet tegen zijn vrouw willen vertellen. Terwijl hij sprak zag Abe geen begrip in Daichi’s ogen, maar slechts genoegdoening. Hij keek alsof hij zojuist een waardevol stuk informatie had gekregen waarover hij zijn blijdschap moeilijk in toom kon houden.
‘Ik vertrouw erop dat je dit voor je houdt,’ zei Abe terwijl hij Daichi bleef aankijken.
Daichi was even stil en keek hem niet aan toen hij sprak. ‘Maak u geen zorgen baas, uw geheim is in veilige handen.’

3.

Aan het eind van de dag arriveerde Abe eindelijk bij zijn vis-plek. Terwijl hij de emmer uit de achterbak haalde, hoorde hij plots het geluid van een naderende auto over het grindpad. Hij draaide zich om en zag Diachi uitstappen die lachend naar hem toe kwam lopen.
‘Sorry meneer Abe, maar ik ben u uit nieuwsgierigheid gevolgd. Ik zie u altijd laat thuiskomen maar u vertrok gelijk met de rest van ons vandaag. 'Wat is het dat u hier doet?’
Abe legde uit dat hij hier kwam om te vissen, waarna beide mannen plaatsnamen op de steen waar hij normaal alleen op zat. Toen de emmer bijna vol was zei Daichi dat hij een restaurant wist waar ze geld zouden betalen voor de vissen. Abe moest lachen en loog dat hij ze altijd teruggooide in zee, uit liefde voor hun leven. Na een discussie over de toekomstige verkoop van de vis en een overeenstemming dat ze het er later over zouden hebben, namen de mannen afscheid. Toen Abe naar huis reed klopte zijn hart in zijn keel en realiseerde hij zich dat zijn ongerustheid was omgeslagen in blinde paniek. Hij had altijd geweten dat zijn leven aan het zijden draadje van zijn zorgvuldig gearrangeerde web der leugens hing, maar was met het verstrijken van de tijd gaan geloven dat het een onwrikbare realiteit was geweest die nu dreigde te exploderen.

4.

Toen Abe de deur van zijn appartement opende stond Noriko hem in extase op te wachten. Ze droeg een jurk die ze samen in Parijs hadden gekocht en kneep opgewonden in zijn hand terwijl ze hem naar de speciaal gedekte tafel in de woonkamer leidde. Ze ging bij Abe op schoot zitten en vertelde in alle zaligheid dat ze zwanger was van een jongen. Ze had het niet eerder verteld omdat ze zeker wilde zijn en een nieuwe teleurstelling wilde voorkomen. Terwijl ze vrolijk door ratelde keek Abe naar de flikkerende vlammetjes van de kaarsjes en nam een grote slok van de rode wijn die ze had ingeschonken. Terwijl hij vreedzaam met zijn hand over haar buik streelde, stelde hij zich voor hoe zijn eeltige fabriekshand haar keel dichtkneep.
Zeven jaar geleden, toen het hen niet lukte om een kind te verwekken, was hij naar drie verschillende klinieken geweest voor een vruchtbaarheidstest, die allen hadden bevestigd dat hij niet vruchtbaar was. Hij had tegen Noriko gelogen dat was gebleken dat hij vruchtbaar was en had gesuggereerd dat het probleem bij haar lag. Hij had haar overtuigd dat als ze het bleven proberen, ze best zwanger zou worden en haar verboden er met iemand over te praten, zelfs niet met de dokter. Abe was niet rouwig geweest om hun kind-loze toekomstperspectief. Alhoewel hij wist dat Noriko niets liever wenste, had hij zelf nooit de last van een kind gewild.
De zwangerschap van Noriko betekende dat ze gemeenschap had gehad met een andere man. Zijn vrouw, waar hij alles voor over had, was ontrouw geweest en had tegen hem gelogen zonder gêne of berouw. Gevoelloos keek Abe voor zich uit, zijn enige reden van zwijgen was zijn onwil om zijn eigen web van leugens te openbaren.
Zachtjes streelde hij door Noriko’s haar en kuste haar op de mond.

5.

De volgende dag verliet Abe zijn werk vijftien minuten eerder en verzekerde hij zich ervan dat hij niet gevolgd werd. Hij had de hele nacht wakker gelegen en zijn verloren slaap niet kunnen inhalen. Zijn piekeren over de leugens van Noriko slechts onderbroken door het piekeren over het probleem van Daichi. Hij voelde het bonzen van zijn slapen en dwong zichzelf te concentreren op de weg.
Terwijl wroeging wedijverde met hopeloosheid, reed Abe naar de stad waar hij geboren was, naar zijn oudere broer Jiro. Hij en Jiro waren arm opgegroeid onder de dictatuur van hun gewelddadige vader en ze zagen elkaar tegenwoordig nog maar zelden. Toen Jiro zestien was vermoordde hij hun vader met drieëndertig messteken toen hij laveloos in zijn stoel zat. Daarna sloot Jiro zich aan bij de lokale Yakuza, die hem hielpen met het opruimen van zijn vaders met bloed doorweekte lichaam. Abe was toentertijd dertien jaar geweest en Jiro had hem beschermd voor de invloed van de Yakuza. Hij had voor Abe gezorgd tot hij achttien was en toen hij Abe uit huis schopte liet hij hem beloven een eerlijk burgerlijk leven te leiden, zodat tenminste iemand in de familie zou slagen.
Abe stapte de donkere lege bar binnen waar Jiro als hoofd van de regio zijn kantoor hield. Hij vroeg de barman die hij herkende als Jiro’s meest trouwe bodyguard naar zijn broer. De man knikte, drukte op een knop onder de bar en wees naar een deur. Abe bedankte hem en stapte de half verlichte kamer binnen waar zijn getatoeëerde broer Jiro op een grote fluwelen stoel met een meisje van niet ouder dan twintig op zijn schoot zat. Abe omhelsde hem en rook de zoete goedkope parfum van het meisje.
‘Wat vind je van mijn nieuwe vriendin?’ Vroeg Jiro terwijl hij in de borsten van de vrouw kneep.
Abe glimlachte, ‘nog mooier dan de vorige.’
Jiro sloeg de vrouw hard op haar billen toen ze opstond en naar de deur liep die ze stevig achter haar sloot. ‘Wat brengt mij het genoegen om mijn kleine broertje te zien? Ik weet dat je me alleen opzoekt als je me nodig hebt.’
‘Ik vroeg me af of je nog in de organenhandel zit.’ Zei Abe zacht maar zonder twijfel.
Jiro, keek hem nieuwsgierig aan. ‘Broertje! 'Ik heb je nooit gezien als een ethisch man, maar nu sta ik toch versteld!’
‘Ik heb een probleem met iemand die mijn huidige leven in gevaar brengt, hij vormt een grote dreiging voor alles wat ik heb opgebouwd’, zei Abe.
Jiro sloeg zijn benen over elkaar en schonk zichzelf een glas whisky in, ‘er zijn twee verschillen tussen jou en mij Abe. Het eerste verschil, is dat jouw voorkomen eerbaar aandoet voor eenieder die in je voorstelling geloofd, dit in tegenstelling tot mijn eigen uiterlijke vertoning. Het tweede verschil is dat ik mezelf altijd trouw ben geweest en nooit tegen mezelf heb gelogen over wie ik ben. Soms vraag ik me af of jij daar überhaupt weleens over nadenkt.’ Er klonk geen oordeel in zijn opmerking, het was enkel een constatering.
Na een korte stilte vervolgde Jiro op een zakelijke toon, ‘kom morgen terug broertje en dan maken we een plan, ik zal de voorbereidingen van mijn kant deze avond nog treffen.’
Abe keek hem dankbaar aan en gaf zijn grote broer een knuffel, ‘dankje Jiro,’ zei hij liefdevol.

6.

Twee dagen later spraken Abe en Daichi na hun werk bij de vis-plek af. Abe had 'sochtends aan zijn jonge manager toestemming gevraagd om twintig minuten voor werktijd te stoppen. Vlak voordat hij wegging vertelde hij Daichi dat hij hem zou opwachten bij de vis-plek, zodat ze apart van elkaar zouden vertrekken in hun eigen auto’s. Toen ze een uur later naast elkaar op de steen zaten, gaf Abe hem een blikje bier, dat Daichi dankbaar met volle teugen opdronk. Zoals Jiro hem had verzekerd, werd Daichi snel slaperig en gaf Abe hem vervolgens de injectie zoals hij was geïnstrueerd. Daichi had even verwonderd opgekeken maar lag nu vredig op de grond te slapen. Abe pakte de mobiele telefoon die hij van Jiro had gekregen en belde het enige opgeslagen nummer waarna hij deze zoals opgedragen vijf keer liet overgaan en ophing.
Na vijfendertig minuten kwamen er twee auto’s aanrijden waaruit twee getatoeëerde mannen stapten die Abe begroette maar verder niets zeiden. Ze tilden Daichi op een matras in één van de auto’s, waarna de man met de meeste tatoeages, met Daichi achterin wegreed. De andere man veranderde het kenteken van Daichi’s auto en reed daarna zonder een woord te zeggen ook weg.
Abe was opeens alleen, de zilte zeelucht streelde langs zijn gezicht, terwijl zijn zorgen wegvloeiden.

7.

Een week later zag Abe zijn broer weer, dit keer met een ander meisje op schoot. ‘Hij was in perfecte staat,’ zei Jiro tevreden, ‘al zijn organen waren goed en zijn auto is verkocht aan iemand in Armenië.’ Hij wees naar een rugzak die op de grond stond, ‘vijftigduizend dollar, omgerekend zo’n zeven miljoen yen.’ Normaal zou je er de helft van krijgen, maar ik laat de commissie die ik doorgaans reken deze keer aan jou.’
Abe liep naar zijn broer en gaf zijn gespierde lijf een knuffel zonder iets te zeggen. ‘Het ga je goed broertje,’ zei Jiro gemeend. ‘Trouwens, mocht je in de toekomst nog iemand als Daichi in gedachten hebben, dan weet je bij wie je moet zijn.’
Abe keek Jiro diep in zijn dode ogen aan en deed de rugzak om. De tas was zwaar, maar lichter dan de last die van zijn leugenachtige schouders viel.

Epiloog

There is enough treachery, hatred violence absurdity in the average human being
to supply any given army on any given day.
-Charles Bukowski

Twee trotse ouders van middelbare leeftijd liepen met hun langverwachte zoon door de buurt. Ze waren net voor de geboorte verhuist naar een nieuwe flat waar ze een groter appartement hadden gekocht. Terwijl de zon gezegend op hen neer straalde, kwam er een jong koppel naar hen toegelopen dat hen beleefd groette.
‘Wat lijkt hij op zijn vader!’ Zei de jonge vrouw enthousiast terwijl ze de baby zachtjes langs zijn arm aaide.
Abe lachte gemoedelijk en deed alsof hij de verwondering bij Noriko niet opmerkte. Hun zoon deed hemzelf meer aan Daichi denken.
De jongeman gaf Abe een hand en vroeg enthousiast, ‘werkt u niet bij Otamoto? Ik begin daar volgende maand als teamleider.’
Abe keek de jongeman genoegzaam aan, ‘ik zal je zeker even opzoeken,’ antwoorde hij vriendelijk.

***

GdB is geboren en getogen in Amsterdam, maar verblijft het grootste deel van zijn tijd in de Kaukasus. Zijn liefde voor de natuur gaat gepaard met zijn passie voor de alledaagse waanzin van de stad. Hij is gefascineerd door de bizarheid van het ogenschijnlijk gewone.


Reacties

Literaire Tijdschriften

Iets toe te voegen? Stuur je mail naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com!