Derde plaats maart 2024

 

De godin op de haan

- Yvette Sprado - illustratie: Cindy van Veldhoven -

Vandaag hoefde hij niets. Vanuit bed zag hij hoe de halfgeopende luiken genoeg zonlicht binnenlieten om Mei-Lins houten beeld van de godin op de haan te belichten. De vitrage bewoog door een frisse moesson uit het noordoosten. Hij voelde pijn in zijn lendenen, maar de verlossing was nabij. Mei-Lin zou zo met een klysma komen.

Nooit eerder had hij het zo goed gehad met een vrouw. Een half woord volstond. Mei-Lin wist feilloos waar zijn behoeftes lagen. En hij zorgde goed voor haar. Tenminste, dat hoopte hij. Ze leek tevreden met wat hij haar bood. Zo anders dan zijn vrouw.
    Mei-Lin en hij hadden een traditionele relatie. Hij zorgde voor de financiën, zij voor het huishouden. Hij nam de beslissingen, zij volgde. Net als vroeger toen nog duidelijk was wie welke rol vervulde. Toen mannen nog mannen waren en vrouwen vrouwen.
    Mei-Lin keek tegen hem op. Ze genoot van zijn kennis. Soms leek het of hij weer voor de klas stond. Dan liet hij haar in de keuken of in de schuur een chemisch experiment zien. Priklimonade maken met bakpoeder of elektriciteit opwekken met een citroen. Voor straks had hij een klassieker in gedachten: het maken van een windei door de kalkschaal op te lossen in azijn.

Vroeger zou hij nooit naar een vrouw als Mei-Lin hebben gekeken. Niet zijn type. Behalve haar pezige, gespierde benen en, voor een vrouw van middelbare leeftijd, stevige borsten, kon hij niets moois aan haar ontdekken. Ze was een klein vrouwtje met een naar voren gekanteld bekken. De afstand tussen haar ogen leek groot door het ontbreken van een stukje neusbrug. Haar tanden staken naar voren. Mei-Lin was als een rog op het droge.
    Maar god, wat was ze lief en wat was hij van die vooruitstekende tanden gaan houden. Aan mooi had je niets. Zijn vrouw was mooi geweest. Gebleven ook, zo vonden anderen. Maar hij zag uiteindelijk alleen nog de diepe groeven van onvrede rond haar mond, uitgesleten door het venijn van vijftig jaar echtelijke ruzies. Tot hij er niet meer tegen kon. Op een dag vertrok hij naar Schiphol, met niet meer dan een kleine trolley en een artikel uit de Telegraaf: 'Steeds meer ouderen kiezen voor zorgresidentie in Phuket.’

Mei- Lin kwam met het klysma. Ze bracht het behendig in, diep in zijn rectum. Terwijl hij leegliep op de wc, liet zij het bad vol lopen. Ze veegde zijn billen af, trok hem omhoog, hielp hem in bad en sponsde zijn hele lijf in met een mengsel van kokosolie en citrus-gemberextract. Hij had de badolie zelf samengesteld.
    Na het bad masseerde ze hem met een kracht die je niet zou verwachten van zo'n klein vrouwtje. Al die tijd sprak ze niet. Ze mompelde alleen:
    'Henkie, mijn lieve Henkie.’
    Hij lag nu op zijn buik. Mei-Lin zette haar voeten in zijn nek, drukte daarna haar knieën aan weerszijden van zijn ruggengraat, draaide hem in één worp op zijn rug en omvatte hem als een sumoworstelaar. Daarna masseerde ze hem zachtjes, opnieuw met het mengsel van kokosolie. In de zorgresidentie waar Mei-Lin zijn dedicated carer was geweest, stond ze bekend om die combinatie van zachte en harde massages. Ook nadat ze samen uit de zorgresidentie waren vertrokken, hielden ze het massageritueel in stand. Het was voor hem het enige moment op de dag zonder pijn.

Hij bleef nog even in bed, zonder besef van tijd, zonder verdere wensen. Naakt, met alleen een wit laken over zijn geslacht, genoot hij van het licht en het windje. Zonder aan iets in het bijzonder te denken. Het enige wat hij voelde was dat hij niets voelde. Alsof hij gewichtsloos was. Toen Mei-Lin opnieuw binnenkwam, nu met koffie en yoghurt, kon hij zich niet herinneren hoe lang hij zo had gelegen. Hij glimlachte naar haar alsof hij de heilige maagd zag. Ze ging op de rand van het bed zitten en aaide zijn kale hoofd. Haar gezicht was nu dicht bij het zijne. De afstand tussen haar ogen dwong hem van links naar rechts te kijken om zo haar lieve blik in het geheel te kunnen vangen. Hij legde de muis van zijn hand op de ruimte tussen haar ogen, op de plek waar haar neusbrug ontbrak, en verbaasde zich erover hoe goed dat paste. Passen daar ging het om, niet of het mooi of lelijk was. Hij had veel te lang op de verkeerde dingen gelet in het leven. Toen trok hij Mei-Lin naar zich toe. Hij stelde zich voor dat hij de kamer vanaf het plafond kon zien. Het was mooi wat hij zag: de wapperende vitrage, de lichtstralen, Mei-Lins rug omvat door zijn oude maar nog steeds krachtige handen. Hij zag haar gespierde benen onder een batikjurkje uitkomen. Haar gezicht was verstopt in zijn oksel, haar naar voren gekantelde bekken was vanaf het plafond niet te zien. Hun buiken waren tegen elkaar aangedrukt. Ze bedekten elkaars lelijkheid. Hij zou zo best willen sterven. Vertrekken zoals hij ooit ter wereld was gekomen. Zonder pijn, zonder wanhoop. Naakt, comfortabel, omhelsd door een moederlijke vrouw.
    Mei-Lin draaide haar bekken heen en weer.
    'Rustig meissie, blijf maar lekker naast me liggen.'
    'Mei-Lin heeft een beter idee. Ik kom lekker op Henk zitten.'
    Voor hij doorhad wat Mei-Lin van plan was, trok ze het laken van zijn geslacht. Ze grijnsde breed, trok snel haar broekje uit en ging wijdbeens op hem zitten. Heel diep in zijn buik, op dezelfde plek waar je zo'n pijn kon voelen als je in je ballen werd getrapt, voelde hij een tinteling. Mei had zijn geslacht nu stevig vast. Dit wilde hij niet.
    Zijn langgerekte 'neeee' kwam eruit als de kreet van een vrouw die wordt overvallen in een donkere steeg.
    Hij duwde haar van zich af. Opeens lag ze op de grond met gespreide benen. Geschrokken keek hij in haar vagina. Meisjesachtig roze met kleine symmetrische flapjes die hem verwelkomden. In een flits zag hij de vagina van zijn vrouw voor zich, de enige die hij ooit van dichtbij had gezien: paarsig alsof het weefsel gekneusd was, met onregelmatige, lange schaamlippen die hem nooit hadden belemmerd zijn echtelijke plichten te vervullen, maar hem toch afkeer inboezemden.
    Met moeite kwam hij uit bed om haar overeind te helpen. Toen hij haar in zijn armen nam om haar zachtjes te wiegen, verstijfde ze.
    'Mei-Lin, meisje, het spijt me zo. Ik wil je helemaal geen pijn doen. Je bent zo'n lieverd. Je zorgt zo goed voor me.'
    Hij pakte haar gezicht tussen zijn beide handen en zag de vissenogen schichtig heen en weer bewegen. Wat was hij onbehouwen, ja zelfs hardhandig, geweest. Hij had haar veel te hard geduwd. Veel harder dan de bedoeling was. Of eigenlijk: hij had geen bedoeling, het gebeurde gewoon.
    'Meisje toch. Niet bang zijn. Ik wil jou alleen maar gelukkig zien. Ik ben jouw kereltje. Jouw eigen oude mannetje, te oude mannetje, die te veel van je houdt om je te gebruiken.’
    Want zo zag hij dat: gebruiken. Hij wilde niet zo zijn als die andere Europese kerels in Thailand. Die viespeuken die met hun tengels aan veel te jonge vrouwtjes zaten. En, eerlijk is eerlijk, het werkte onder de gordel niet zo goed meer. Al jaren niet.
    ‘Kom, kom bij me zitten.' Hij voerde haar de yoghurt die ze voor hem had meegenomen. Te snel en met een bibber in zijn hand. De yoghurt droop langs haar gezicht, op het batikjurkje, op de lakens. Ze haalde met een vinger de yoghurt van haar jurkje, tuitte haar lippen en likte aan de vinger alsof het een lolly was. Het leek erop dat ze hem echt wilde verleiden. Hoe was het mogelijk? Het kon niet, hij wilde het niet.
    ‘Vindt Henkie mij niet sexy?’
    God nee, dat klopte, maar dat kon hij onmogelijk tegen haar zeggen.
    ‘Je bent een lief meissie. En sexy, natuurlijk ook’, haastte hij erbij te zeggen. ‘Het ligt aan mij. Ik ben oud. Ik mankeer van alles. De hernia, de darmkrampen. Ik heb overal pijn.’
    Mei-Lin gaf hem een zoen op zijn wang en verliet de slaapkamer. Ze leek niet boos, maar hij was er niet gerust op. Zou ze zich beledigd voelen? Afgewezen? Dat was begrijpelijk.

Hoe had het allemaal zo ver kunnen komen? Dat hij zijn vrouw had verlaten, daar was het natuurlijk mee begonnen. Een onwaarschijnlijke stap. Hij, de man die tot zijn pensionering gedurende 35 jaar op dezelfde school scheikunde had gegeven en elke avond bij dezelfde vrouw was thuisgekomen. Hij, die zich na zijn pensioen elke dag op zolder verschanste om oude elektronica aan de praat te krijgen en vooral om de schelle stem van zijn vrouw te ontvluchten.
    ‘Henk, Henk.’
    ‘Henk!’
    Hij dacht aan zijn vrouw als hij de ara’s van de buurman hoorde schetteren. Eigenlijk dacht hij sowieso vaak aan haar. Niet omdat hij spijt had, daarvoor was zijn leven nu te goed, maar wel omdat hij zich schuldig voelde. Rücksichtslos was hij vertrokken, terwijl hij het huwelijk als een heilig instituut beschouwde. Bijna een halve eeuw vervulde hij de rol van toegewijde echtgenoot. Met moeite en daarom ook met trots. Zijn levensovertuiging was rotsvast. Een man een man, een woord een woord.
        
Hoorde hij Mei-Lin alweer de trap opkomen? Dan was ze vast niet boos.
    Ze had een ander jurkje aangetrokken. Het was rood en leek nog het meest op een visnet. Hij keek dwars door het jurkje heen. Uit de mobiele telefoon in haar handen schalde You can leave your hat on van Joe Cocker. Ze legde de telefoon neer en danste sensueel om het bed heen. Hij wist niet goed waar hij moest kijken. Wat was ze in jezusnaam aan het doen? Wilde ze hem verleiden met de schokkende bewegingen van haar bekken? Het was duidelijk dat ze naar een of andere climax toewerkte.
    Ze maakte een handstand, het rode net viel als een sluier over haar gezicht. Hij zag haar naakte lichaam ondersteboven. Een huivering trok door zijn lijf toen ze niet één, niet twee, maar drie pingpongballen vanuit haar onderlichaam tegen het plafond schoot.
    Hij wist niet goed waar hij moest kijken of wat hij moest zeggen.
    ‘Een privéshow voor Henkie. Net als in Nine and half weeks.’ Ze friemelde aan het rode visnet en voegde eraan toe: ‘de film.’
    Als jonge vent had hij het wel geweten. Nu was hij met stomheid geslagen. Bewegingloos zat hij op bed, met open mond naar haar staren.
    De glimlach van Mei-Lins gezicht was verdwenen. Ze griste de pingpongballen van de vloer en rende de slaapkamer uit.

Wat was er fout gegaan? Was het begonnen toen hij een paar maanden geleden haar salarisbetaling had stopgezet? Ja, dat moest het zijn. Hij was niet uit gierigheid gestopt met betalen, maar omdat ze zich zo comfortabel bij elkaar voelden, omdat ze zoveel meer met elkaar hadden dan een gewone werkrelatie. Sinds hun vertrek uit de zorgresidentie waren ze naar elkaar toegegroeid, als een soort echtpaar. Zo’n echtpaar dat het fijn met elkaar heeft, maar al lang niet meer intiem is. Dat was niet helemaal waar. Intiem waren ze zeker, maar geen seks, natuurlijk geen seks. Hoe dan ook, het was een relatie geworden waarin geen maandelijkse salarisbetaling paste. In plaats daarvan had hij haar een creditcard gegeven met een royale bestedingslimiet.
    Hij was blij met hun relatie zoals die was. De laatste maanden waren ze meer gaan knuffelen. Nou ja, ze hadden ook een paar keer gezoend. En vooruit: zij had hem betast en hij haar ook. Onder haar truitje voelde hij soms aan de stevige borsten. Als ze lag te zonnen, keek hij er stiekem naar, beschaamd en vol verwondering. Alsof ze onafhankelijk van de rest van haar lichaam de zon aanbaden.
    Zou ze hem hebben zien kijken? Zou ze denken dat hij meer wilde? Of erger nog: vinden dat zij ervoor moest zorgen dat hij aan zijn trekken kwam?
    Hij respecteerde haar simpelweg te veel om zo te denken. Hij was ook bang dat het hem niet zou lukken. En, gek genoeg, hij wilde hoe dan ook trouw blijven aan zijn vrouw. Hij had haar eeuwige trouw beloofd en daar ging hij zich aan houden. Ook al had hij haar verlaten en zat hij nu in Thailand.

Natuurlijk wilde Mei-Lin zich sexy voelen. Als hij dertig jaar jonger was, zou hij haar alle hoeken van de kamer laten zien. Nu vormden ze een pathetisch stel: een oude, gehandicapte man en een rog van middelbare leeftijd. Vulcanus en Medusa vielen in het niet bij hun verschijning.
    Het was verbazingwekkend dat ze nog zin in hem had. De nood moest hoog zijn. Zo’n jonge vrouw had een kerel nodig. Een open relatie was misschien een oplossing. Helemaal niet zo’n gek idee. Maar niks serieus natuurlijk. En een heleboel verschillende kerels, daar moest hij ook niet aan denken. Er zaten een hoop nadelen aan zo’n open relatie. Respect, dat was belangrijk. Als ze maar niet over hem heen liep. Wat seks buiten de deur, daar kon hij mee leven. Alhoewel, dat viel natuurlijk te bezien. Hij gunde het haar in ieder geval. Misschien kon hij af en toe iemand inhuren, dan had hij de boel nog onder controle. Ja, hij zou hem zelf kunnen uitkiezen. Hij voelde zich trots dat hij op zijn oude dag nog zo’n open mind had.

Toen hij uit bed stapte, gleed hij over iets uit. Hij vloekte binnensmonds en zag dat het een pingpongbal was. Mei-Lin had er kennelijk één laten vallen. Er stond met kleine letters Bahuchara Club op.
    Misschien was hij geen wereldwijze man, maar hij had gehoord over clubs waar vrouwen onoorbare dingen deden.
    Opeens was het moeilijk om te slikken. Zou het kunnen dat…? Zou Mei-Lin dan toch niet zo’n net meisje zijn geweest? Nee, hij kon zich niet voorstellen dat zijn meissie ooit in zo’n club had gestaan. Onmogelijk.
    Ze had hem een keer verteld dat ze technisch gezien nog maagd was, maar wat dat technisch gezienbetekende, wist hij eigenlijk niet. En omdat hij haar net kende toen ze dat zei, was hij er niet op ingegaan. Was het mogelijk dat een vrouw op die leeftijd nog maagd was? Toen hij haar leerde kennen, woonde ze nog bij haar moeder en was ze ongetrouwd. Mei-Lin was niet het type om in zo’n club te werken.

Hij pakte zijn tablet van de kaptafel, ging zitten op het stoeltje en googelde Bahuchara Club. Tijdens het typen, voelde hij spanning in het gebied tussen zijn maag en zijn keel. Wat zou het hem tegenvallen als het toch waar was.
    In het midden van de webpagina stond Bahuchara, de godin op de haan. De woorden en zinnen eromheen kwamen in één keer binnen, zonder enige volgordelijkheid. Een toxisch mengsel van informatie vulde zijn lijf met de hele rauwe waarheid. Tot de druk te groot werd. Zijn mond vormde een drukventiel. Hij schreeuwde om de druk te verlichten. De letters op het scherm lachten hem uit, keken hem spottend aan en gaven hem een trap na: Bahuchara, patroness of transgenders, lady boy pingpong show.

‘Henkie, lieverd, wat is er?’
    Geschrokken kwam hij overeind. Hij schreeuwde niet langer. Tranen liepen over zijn wangen.
    In de deuropening stond Mei-Lin. Het rode visnet had ze verruild voor een sarong en een zijden blouse. Hij was zich opeens bewust van zijn naaktheid. Snel griste hij het witte laken van het bed om zijn geslacht te bedekken. Krampachtig hield hij het laken vast ter hoogte van zijn middel. Mei-Lin kwam dichterbij. Hij deinsde achteruit en stamelde:    
    ‘Ga weg. Ga weg.’
    De tranen drupten op het laken, precies daar waar nieuw leven groeide. Voor het eerst in jaren was het daar weer: vitaal, fier en kloppend als nooit tevoren.

***

Yvette Sprado
studeerde communicatiewetenschap, filosofie en forensische antropologie. Zij runde 25 jaar een communicatiebedrijf. Op dit moment legt zij de laatste hand aan de roman, De kop van Janus, en schrijft zij een Engelstalige verhalenbundel, Family deconstructed (die onder meer dankzij de deadlines van VvdM tot stand komt).

Cindy van Veldhoven
: "Creëren is de rode draad in mijn leven. Altijd al geweest! Het maakt me blij.. Al vele ideeën zijn opgeplopt en verwezenlijkt, daar is illustreren er één van. Binnenkort mijn schildering op de cover van een boek! Ik ben een gelukkig mens ;)"









Reacties

  1. Weer een mooi verhaal. Stoer dat Henk vertrekt naar Thailand. Ben benieuwd hoe zakelijk de relatie achteraf blijkt te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Henkie leeft verder in mijn roman. Hij probeert het zakelijk te houden.

      Verwijderen
  2. Dank je wel Cindy. Wat een gelaagdheid in je illustratie. Eerst zag ik alleen het raam en de pingpongbal. Maar toen ik wat beter keek zag ik alle subtiele lagen in muur en het gordijn tevoorschijn komen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een verhaal van de tijd, vertelt uit het perspectief van de jaren 50. Erg mooi gedaan, en met een verfrissende gelaagdheid.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Geen mooischrijverij, maar rauw en recht-voor-z'n-raap. Sterk verhaal, Yvette, boeiend van begin tot eind.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een sterk verhaal weer, Yvette. Ook weer zo’n intense en een zowat onheilspellende sfeer waardoor de lezer zich een ongewenste toeschouwer kan voelen. Gelukkig hielp de godin.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Literaire Tijdschriften

Iets toe te voegen? Stuur je mail naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com!