Het literaire seizoen is weer begonnen! Lees over de voortgang bij het VVDM Literair Agentschap io

Winnaar juli 2024



Huzarensalade

- Sandra Kamp - illustratie: Mariken Maas -

Ze trapt alsof haar leven ervan af hangt. Met haar blik op het verlaten asfalt voor haar draaien de pedalen zwaar maar ritmisch rond. Links-rechts, links-rechts. De tegenwind slaat tegen haar wangen en suist langs haar oren het landschap achter haar in. Door de herrie kan ze zichzelf amper horen denken en de wind veegt haar betraande gezicht droog. Mooi meegenomen zo'n decemberstorm.

Hoe warm zou een traan zijn, vraagt ze zich af. Zevenendertig-twee, de ideale lichaamstemperatuur? In ieder geval warmer dan regen. Als je onder de douche huilt, is het vast lastiger te bepalen. Scheelt in ieder geval wel een paar graden met zo’n koude winterbui.

Ze nadert een woonwijk en focust weer op haar pad. Een grote bocht naar rechts. Zo voelt haar leven ook vandaag. Alsof ze op het punt staat iets belangrijks te doen. Na maanden bivakkeren in haar met grijze brij gevulde bubbel is het tijd om er uit te gaan. Anderen proberen toe te laten, eens kijken wat zij de afgelopen periode hebben beleefd.

Het was pas vorige week dat ze zich realiseerde dat ze in die bubbel zat. Ze zat weer eens slapeloos op de bank in de donkere woonkamer. Wat waren de nachten in de eerste maanden afschuwelijk. Geen afleidingen van telefoontjes, werk en mensen om haar heen. Alles kwam er dan uit. Intense paniek die vanuit haar buik naar haar hoofd steeg en krijsend haar mond uit kwam. In een brok diep zwart verdriet zat ze dan rillend op de bank. Ze wist vaak pas later dat ze zo hard gehuild had, als ze met zoute wangen en een geschraapte keel was weggedut, waarna de paniek al weer snel terugkwam. Bovendien schuldig, hoe kan ze nou slapen nadat het ergste wat kan gebeuren is gebeurd?

Toen ze vanochtend staand in de keuken een bak huzarensalade aan het leeglepelen was, was ze er ineens klaar mee. Tegengewicht had ze nodig. Alle somberheid aan de kant, ook al was het maar heel even. Of er niets aan de hand is.

Net op dat moment had ze een appje ontvangen:
Heb je vanavond wat mensen uitgenodigd, zin om ook te komen?

Ze had in haar kledingkast gerommeld en haar versleten joggingpak verruild voor een nette broek en een trui. Niet feestelijk, schoon is goed genoeg. Pas toen ze de juiste kleding had gevonden, had ze haar vriendin terug geappt
Leuk, ik zal er zijn.

Ze had daarna zelfs een wasmachine aangezet, maar dat mocht ook wel, concludeerde ze nadat ze aan haar pyjama had geroken. Een mix van kattenpis en yoghurt.

In de verte verschijnt het huis waar ze moet zijn. Haar hartslag versnelt. Ze kan nog terug. Met een beetje mazzel is de wind niet gekeerd en is ze zo weer thuis, terug naar bed. Ze duwt de gedachte weg en parkeert haar fiets aan de zijkant van het huis, naast het schuurtje. Zo uit het zicht kan ze even bijkomen van de rit.

.Als ze haar fiets op slot heeft gezet, begint ze weer te huilen. Eerst zacht, dan lange halen, zonder tijd om tussen de snikken door adem te halen.
'Verdomme', mompelt ze, ‘even niet nu.’
Ze kijkt omhoog. De koude regen komt in strepen op haar af. Het meeste valt ernaast, pepte haar vader haar vroeger altijd op, als ze samen naar school fietsend de herfst uitfoeterde. Nu is dit rotweer meer dan welkom. Kom maar, veeg me schoon en laten we opnieuw beginnen. Een koud gevoel op haar borst doet haar realiseren dat ze er al even staat. De regen is haar jas ingedruppeld en vormt een v-vormige natte plek op haar trui.

‘Wel even lachen hé, het is maar regen?’ hoort ze ineens naast zich. Ze kijkt op en ziet een man onder een paraplu met een doorweekt hondje het schuurtje passeren.
Giftig kijkt ze hem aan, waarna hij mokkend doorloopt.

Ze haalt diep adem, veegt met haar mouw haar gezicht droog en recht haar schouders.
Daar gaat ze.
Ze loopt naar de voortuin is. De matglazen voordeur laat de ogenschijnlijke gezelligheid met zachtgele kleuren zien. Daarachter klinkt feestelijk geroezemoes.
‘Er staat iemand buiten!’ roept een doffe stem. Met een blik op de natte plek trekt ze snel haar jas recht. Als ze weer opkijkt, ziet ze het breed lachende gezicht van haar vriendin.

‘Ben zo blij dat je er bent,’ fluistert ze haar in een omhelzing toe. Met haar armen langs haar lichaam voelt ze zich op een prettige manier gevangen in de liefdevolle greep. Zo dicht bij een ander is ze al lang niet geweest.
‘Kom doe je jas uit, wat een weer he, ik had je best op willen halen met de auto', bemoedert haar vriendin. Ze stroopt haar jas uit en overhandigt het natte kledingstuk aan haar vriendin.
‘Ik hang hem lekker over de verwarming voor je,’’ vult ze aan. ‘Je krijgt meteen een wijntje van me.’
Ze pakt haar hand en trekt haar door de gang de volle woonkamer in.
Geschrokken telt ze snel zo’n dertig in groepjes pratende mensen, onder vrolijke slingers en bosjes ballonnen. De muziek komt er amper bovenuit, iets uit de jaren negentig, gokt ze, een of andere boyband waarvan ze de naam niet kan herinneren. Godzijdank lopen ze meteen door naar de keuken waar het stukken rustiger is.

Vier vrouwen staan met een glas in hun hand een zo te zien serieus gesprek te voeren. Ze komen haar vaag bekend voor. Waarschijnlijk van een eerder feestje, maar dat moet dan meer dan een half jaar geleden zijn. Vanuit haar ooghoek ziet ze dat een van hen een kort elleboogstootje aan een ander geeft. Ze doet net of ze het niet gezien heeft. Geen zin in medelijden.

‘Hier, die ene witte heb ik voor je gehaald,’ reikt haar vriendin haar een vol glas aan. Ze neemt een voorzichtige slok. De warmte vloeit naar binnen en geeft een instant licht gevoel aan haar hoofd. Ook alcohol is lang geleden.
‘Ik ben echt blij je te zien,’ herhaalt ze. Dan gaat de bel.
‘Wacht hier, ik ben zo terug!’ Ze legt kort een hand op haar arm en snelt dan de keuken uit. Hoewel het viertal verderop weer aan het praten is, wil ze verder blikken en ellebogen voorkomen, dus loopt ze toch maar de volle woonkamer in.
Met een trillende zucht gaat ze in een hoekje staan. Een grote plant op links en een tafeltje op rechts. Vanaf die plek kan ze onopgemerkt alles goed overzien.

'Hee, dat is lang geleden!’ Ineens staat er links van haar een man met een bierflesje in zijn handen. Hij tikt het groene flesje speels tegen haar wijnglas. ‘Proost, hoe gaat ie?’
Ze ziet nu dat het een oud-collega is. Zijn naam is ze even vergeten maar hij werkte wel op dezelfde afdeling, weet ze. Echt jaren geleden.
‘Je herkent me toch wel?’
‘Ja,’ hakkelt ze, ‘tuurlijk.’ Ze neemt een snelle slok van haar wijn. Weer die warmte.
‘Nou, hoe gaat het met je?’
Het is de moeilijkste vraag die haar momenteel gesteld kan worden. Wat te zeggen?
Een sociaal wenselijk antwoord is het makkelijkste, gaat er door haar hoofd. Ook al is dat liegen, zelfs tegen haarzelf: Ja goed en jij?
Of zal ze vertellen hoe ze zich een kwartier geleden nog voelde, achter het schuurtje bij haar fiets? Het gaat slecht, ik wil dood.
Ze kijkt naar zijn vragende blik en besluit een middenweg te nemen. Eentje die nog best dicht bij de waarheid zit.
‘Het gaat nu wel even, maar het gaat over het algemeen niet zo goed.’
‘Oh nee, vertel?’ Hij fronst zijn wenkbrauwen en zet het zijn biertje op het tafeltje naast hen. Moet zij haar drankje ook neerzetten? Ze klemt het stevig vast en voelt het glas klam worden.
‘Mijn man is overleden,’ perst ze er uit. Ze slikt en voelt haar keel dik worden.
‘Je man? Wat erg zeg.’ Hij pakt zijn bierfles er weer bij en neemt een slok.
‘Je ziet er helemaal niet uit als een weduwe,’ voegt hij toe. Grinnikend slaat hij zijn armen over elkaar, het flesje in zijn linkerhand geklemd.

Ze laat de woorden tot zich doordringen. Ja, ze is 32 jaar, ja ze staat hier in schone kleren met een glas wijn en ja, ze staat haar longen er even niet uit te janken. De wijn stijgt naar haar hoofd en haar hartslag doet mee. Er is hier helemaal niets grappigs aan.
‘Zelfmoord,’ hoort ze zichzelf zeggen en drinkt in een teug haar glas leeg.
‘Jezus, joh, suicide?’ Hij zet grote ogen op en doet een stapje naar achteren als ze haar glas met een smak op tafel zet.
‘Nee, zelfmoord,’ antwoordt ze. ‘Zelf-moord. Hij is niet gaan hemelen, niet van mij heengegaan. Hij is dood. Dood.’

Het laatste woord komt er net iets te hard uit dan ze had gewild en ineens is het stil in de woonkamer. Geschrokken kijkt ze naar de gapende gezichten om hen heen. Ze staren haar als standbeelden aan. Gouden ballonnen deinen in groepjes boven hun hoofden heen en weer en de muziek is het enige wat hoorbaar is.

Ineens weet ze het weer. Het is Oasis, die Britse band met die gasten met dat vreemde haar. Zonder iets te zeggen loopt ze naar de gang, grist haar natte jas van de verwarming en doet de voordeur open. Het feest heeft lang genoeg geduurd.
Vanavond eet ze huzarensalade.

***

De schrijver aan het woord




Over Sandra Kamp
Met een bedrijfseconomische achtergrond heeft Sandra Kamp meer dan 25 jaar ervaring met het ontwikkelen van mensen, teams en organisaties. Sinds 2012 werkt zij als zelfstandig procesbegeleider, business partner en gedragstrainer in organisatie-veranderprocessen. Ze volgde meerdere schrijfcursussen en schrijft momenteel een verhalenboek over ‘onzichtbare eenzaamheid’


Mariken Maas
is als jonge maker gevestigd in Amsterdam waar ze afstudeert aan de Breitner academie. Naast het maken van educatief materiaal voor verschillende instanties is ze druk bezig met haar beeldende praktijk en haar baan in de thuiszorg waar ze ontzettend van geniet.
Meer info: https://marikenmaas.wixsite.com/mysite

Reacties

  1. Goed verhaal, gefeliciteerd!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het omgaan met verlies en rouw, heel beeldend. Treffend aangevuld door de illustratie. Gefeliciteerd!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Sandra gefeliciteerd je hield me bij de les en dat viel me toe omdat ik zelf een boek schrijf met dit thema. Dankjewel 😊😃🔥

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Je zit er pal op Sandra dit verhaal is even prangend en vluchtig als het leven.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een eer, tussen al die prachtige verhalen deze maand! Dank voor de reacties ook, doet me veel. Sandra

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Terechte winnaar! Prachtig verwoord, indringend en herkenbaar.

    Martin (nr. 3)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel Martin, heb jouw verhaal met veel plezier bewondering gelezen

      Verwijderen
  7. Eerlijke mening: dit verhaal is te saai voor woorden, voeg pit toe.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik denk dat we vaker eerlijke meningen moeten hebben op dit platform 😀

      Verwijderen
    2. Denk je dan dat de juryleden niet hun eerlijke mening geven?

      Verwijderen
    3. Eerlijke meningen zijn altijd belangrijk. En zo te lezen zijn de (anonieme) juryleden zeker eerlijk. Kwestie van smaak, en alles mag er zijn, lijkt mij. (Sandra, winnaar maand juli)

      Verwijderen
    4. Het was ook niet gemeen bedoeld, maar achteraf komt mijn bericht misschien onbeschoft over. Sorry daarvoor, maar je mag zelf kiezen wat je doet met adviezen. (Ik vond zelf namelijk het verhaal niet bepaald vermakelijk/interessant. Maar wel goed geschreven.) - schrijver van het 1e bericht

      Verwijderen
    5. Pfff, ik ben het zeer je eens! Niemand boeit een verhaal over een weduwe die niet doet dan janken… waar is het verhaal???

      Verwijderen
  8. Het is en prachtig verhaal. Voor mij heel invoelbaar. Mooi geschreven, ik kon me zo verplaatsen in de persoon. Voor mij is dat de kracht van het verhaal. Gefeliciteerd

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Pyjama die ruikt naar yoghurt en kattenpis? Laat me alsjeblieft niet over mijn nek gaan

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Literaire Tijdschriften

Iets toe te voegen? Stuur je mail naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com!