Tweede plaats september 2024


Kleine Kas

- Nico van Meerkerk - illustratie: Cindy van Veldhoven -

Een handgeschreven brief, die had Van Deutekom lang niet gezien. Op mooi papier, dat ook. Het schoonschrift leek van de hand van een oudere man of vrouw. De brief zou dus wel over de AOW gaan.

Zeer geachte mijnheer, mevrouw,’ luidde de aanhef. ‘Mijn naam is Johan Kwakernaat, ik ben 59 jaar en ik ben heel gezond. Ik sluit een kopie bij van mijn paspoort en van een recent medisch onderzoek. Over ruim een maand ben ik rechthebbende op een uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswet.

Een erg formeel begin, vond Van Deutekom. Hij legde de brief terzijde en pakte de gefotokopieerde pagina van het paspoort uit de envelop. Het klopte, over vijf weken zou Johan Kwakernaat zijn zestigste verjaardag vieren. Het rapport van het medisch onderzoeksbureau liet Van Deutekom nog even voor wat het was. Hij geeuwde en rekte zich uit, en daarna las hij verder.
Een kwartier later had Van Deutekom de brief tweemaal van voor naar achter gelezen en kennisgenomen van de conclusie van het medisch rapport. Die luidde dat Johan Kwakernaat in een uitstekende gezondheid verkeerde en dat alles wees op het bereiken van een hoge leeftijd. En nu keek Van Deutekom, referendaris der tweede klasse bij de Grote Kas, verbijsterd voor zich uit. Hij had geen idee wat hij met die brief moest beginnen.

De Grote Kas, dat was de naam waaronder de werkgever van Van Deutekom bij het publiek bekend stond. Alle betalingen door de overheid aan de burger – toeslagen, beurzen, uitkeringen – werden door de Grote Kas gedaan.
Zelf hield Van Deutekom zich bezig met de kinderbijslag en de AOW. Hoewel, ‘zich bezighouden’ was een nogal weidse benaming voor de inspanningen die Van Deutekom op dagelijkse basis diende te leveren. Sinds Het Nieuwe Bewind de kinderbijslag had verdubbeld, de AOW-leeftijd had teruggebracht naar zestig jaar en alle systemen tot in de perfectie waren geautomatiseerd, zat Van Deutekom zich achter zijn bureau meestal stierlijk te vervelen.

Van Deutekom zette zijn computer aan en scrolde naar de rubriek ‘binnenkomende post – bijzondere vraag’. De cursor in het vakje ‘antwoord’ knipperde geduldig. Aan deze situatie veranderde meer dan een half uur niets. Er viel niet aan te ontkomen, Van Deutekom moest met de brief naar zijn leidinggevende.
‘Mijn deur staat altijd open, Van Deutekom,’ had Sybolt Majoor joviaal geroepen, na zijn aanstelling als chef van de afdeling. De volgende dag was Van Deutekom zonder te kloppen bij zijn baas binnengelopen, die met twee haastige muisklikken en een rood hoofd zijn scherm had afgesloten. Goh, op dag twee al een lastige zaak, had Van Deutekom nog gedacht. Nu wachtte hij op het afgemeten ‘binnen’, voordat hij met de papieren van de heer Kwakernaat op Majoor afstapte.
‘Wat heb je daar, Van Deutekom?’ vroeg Majoor. Hij trommelde ongeduldig op het blad van zijn bureau. ‘Je weet toch welke dag het is?’
Natuurlijk wist Van Deutekom dat, het was de vijftiende. Elke vijftiende van de maand, precies om twaalf uur, drukte zijn chef op de knop die enkele duizenden kersverse zestigjarigen tot aan hun dood in het genot van hun staatspensioen stelde.
‘Een brief, meneer Majoor, met een aanvraag voor de AOW en tegelijk…’
Majoor liet zijn ondergeschikte niet uitpraten. ‘Aanvragen lopen gewoon via de lijn, Van Deutekom,’ sprak hij, terwijl hij zijn computer aanzette. Demonstratief keek Majoor naar de grote klok boven de deur.
Elf uur, zag Van Deutekom. Majoor had altijd een uur nodig, wist hij, om zich op het plechtige moment midden op de vijftiende te concentreren.
‘Het komt er eigenlijk op neer, ziet u,’ probeerde Van Deutekom nog een keer, op aarzelende toon, ‘de heer Kwakernaat vraagt niet alleen zijn AOW-uitkering aan, hij wil ook zaken met ons doen.’
‘Zaken doen, zaken doen?’ baste Sybolt Majoor. ‘Wij staan hier niet op de markt, Van Deutekom. Wij voeren hier de wet uit.’

Van Deutekom had niet meer aangedrongen en besloten om de kwestie over de lunch heen te tillen. Nu was het half drie, de brief van Johan Kwakernaat brandde in zijn vingers. Van Deutekom begreep niet precies wat de schrijver wilde en al helemaal niet hoe die dat in de praktijk voor zich zag, maar het leek hem niet direct in strijd met de wet. En daarbij, voordat Van Deutekom in dienst trad bij de Grote Kas, lang geleden alweer, had hij zelf jaren op de markt gestaan. In een kraam met kaas en noten. Een beetje nieuwsgierig was hij wél.
Misschien even een verkennend belletje? Wellicht zou Kwakernaat zich van zijn macabere plan laten afpraten en kon Van Deutekom de zaak meteen archiveren. Hij pakte de telefoon en las hardop het vaste nummer onderaan de brief.
‘Fijn dat u belt,’ klonk even later een vriendelijke stem. ‘En wat snel, voor zo’n grote organisatie. Mij komt volgende week dinsdag goed uit. Bent u in de gelegenheid om deze kant uit te komen?’
Voordat Van Deutekom het wist, had hij een afspraak met een uitkeringsgerechtigde. Bij betrokkene thuis nog wel. Geen idee hoe hij dat administratief moest rondbreien. Beter om Majoor hier voorlopig buiten te laten, dacht Van Deutekom, toen hij aan het eind van de middag op de fiets naar huis stapte.
Een week later zat Van Deutekom tegenover Johan Kwakernaat, in een typische jaren zeventig doorzonwoning. Schoon, bescheiden ingericht, op het dressoir een foto van een middelbare vrouw met een hond. Kwakernaat had koffie gezet en verteld over zijn leven. In zijn verhaal was hij aangekomen in het heden.
‘En nu, meneer Van Deutekom, kan ik haast met pensioen. Mijn vrouw is overleden. Onze hond heb ik moeten laten inslapen. Mijn drukkerij heb ik verkocht. Ik heb geen kinderen, geen broers of zussen. Ik heb een prima leven gehad, maar voor mij hoeft het niet meer zo.’
Van Deutekom reageerde niet. Wat zou hij moeten zeggen? Een sneu verhaal, maar hij was niet de pastoor of de psychiater van Johan Kwakernaat. En daarbij, Van Deutekom verwachtte dat er nog iets achteraankwam. Laat de ander de eerste zet maar doen, dacht hij.
Het stilzwijgen van Van Deutekom werkte. Het duurde zeker een minuut, maar toen legde Kwakernaat zijn kaarten op tafel.
‘Dus ik dacht, grote kans dat ik heel oud word. Mijn ouders zijn allebei eind tachtig geworden, ik heb nog een oom van in de negentig. Ik rook niet en ik drink niet. Ik kan een dure klant voor u zijn, meneer Van Deutekom. Voor de Grote Kas, bedoel ik.’
‘Die kans lijkt zeker aanwezig,’ antwoordde Van Deutekom instemmend. ‘Maar wij hebben ook goedkope klanten, om het zo te zeggen. Mensen die de zestig niet halen. Het gaat bij ons om de gemiddelden.’
De referendaris van de Grote Kas hield de voet nog op de rem.
Kwakernaat haalde diep adem en gooide het toen in één keer eruit.
‘Wat nu als ik ook de zestig niet haal? Dan loop ik een vracht aan AOW mis. Misschien kunnen wij iets voor elkaar betekenen?’

Kwakernaat had het helemaal uitgedacht. Hij beschouwde zijn leven als voltooid en kon er zó een eind aan maken. De pillen had hij al in huis. Aan de andere kant, van ondraaglijk lijden was ook geen sprake. Voor hetzelfde geld werd hij tachtig. Of niet voor hetzelfde geld, dan zou de Grote Kas hem nog twintig jaar AOW betalen. Dat kwam neer op een slordige driehonderdvijftigduizend euro. Als hij en de Grote Kas dat bedrag nou eens fifty-fifty…
‘Driehonderdzesenvijftigduizendzeshonderdveertig euro,’ zei Van Deutekom, ‘uitgaande van de netto-uitkering voor een alleenstaande en zonder indexering.’ Van Deutekom hield van hoofdrekenen, op de markt had hij niet anders gedaan. Het was een onzinnige reactie op een onzinnig voorstel, maar hij had geen betere kunnen bedenken. Tijd winnen, was het idee.
‘Maar, als ik vragen mag, wat gaat er dan met dat geld gebeuren? U hebt geen erfgenamen, behalve die oom van in de negentig.’
‘Dat geld gaat naar de Dierenbescherming. En de andere helft gaat naar de muziekschool hier in het dorp. Daar zorgt notaris Slieker voor.’
Tja, dat waren wel sympathieke bestemmingen, dacht Van Deutekom. Zelf had hij twee katten thuis en hij speelde in een big band. Tweede trompet. Het Nieuwe Bewind had de subsidiekraan voor de meeste culturele doelen dichtgedraaid. Ook zijn big band verkeerde in zwaar weer. Vooral het koper was hard aan vervanging toe. Als de plannen om de AOW-leeftijd te verlagen naar vijfenvijftig doorgingen, dreigden verdergaande bezuinigingen op de sport, de jeugdzorg, de omroepen en maatschappelijk werk. Het geld moest ergens vandaan komen.
Stel nu, dat Kwakernaat zijn dreigement om diep in de tachtig te worden waarmaakte? Hoe je het wendt of keert, hier lag een kans om wat te verdienen. In het algemeen belang, zogezegd.
‘Dus,’ zei Van Deutekom, ‘en ik bedoel dit just for arguments sake, u zou er voor honderdvijfenzeventig K tussenuit willen stappen?’
‘Ja, direct.’
‘En voor honderdvijftig?’ Van Deutekom stond een ogenblik weer op de markt.
‘Ook. Maar daar ligt voor mij wel de grens.’
‘Goh.’

Op de terugweg naar kantoor maalden allerlei gedachten door Van Deutekoms hoofd. Even had de ondernemer in hem zich laten meeslepen. Maar daarna besefte hij in welk juridisch, ethisch en praktisch moeras hij verzeild raakte, zou hij besluiten om aan het plan van Kwakernaat mee te werken.
‘Ik ga er over denken en bericht u binnen veertien dagen,’ waren de woorden van de referendaris bij zijn vertrek. Een beetje laf, wist hijzelf, want er was natuurlijk in de verste verte geen denken aan.
Twee weken later verkeerde Van Deutekom in een bedrukte stemming, toen hij werd ontboden op de kamer van Majoor. De zoveelste werkdag kroop als een slak voorbij. Johan Kwakernaat, die nog altijd wachtte op een antwoord. En gisteravond was er lekkage geweest in het verenigingsgebouw. Twee trombones en de sousafoon waren flink beschadigd.
Nu keek Van Deutekom in het ronde brilletje van zijn chef. In de spiegeling van de glazen zag hij een donker computerscherm. Het was twee uur in de middag.
‘Het is weer zover, Van Deutekom,’ stak Majoor van wal. ‘Mijn vrouw en ik gaan morgen op vakantie. Drie weken. Ik ben er hard aan toe, dat begrijp je.’
Van Deutekom knikte. Tussen hem en Majoor glom een immens bureau, dat helemaal leeg was.
‘Clean desk policy, Van Deutekom,’ zei Majoor, die de blik van zijn ondergeschikte leek te duiden. ‘Zo houd je het overzicht. Enfin, je kent de routine en je kent de code. You’re in charge,de vijftiende.’
Van Deutekom zette zich schrap voor het grapje dat ging volgen.
‘En geen geld naar jezelf overmaken, hè? Ha, ha, ha.’
Het lukte Van Deutekom om er een glimlachje uit te persen. Hij wist ineens wat hem te doen stond.

Terug op zijn kamer pakte Van Deutekom de brief van Kwakernaat uit een lade. Vastbesloten toetste hij het nummer in.
‘Meneer Kwakernaat? Van Deutekom hier, van de Grote Kas. Ik denk dat we er wel uit kunnen komen. Alleen, u begrijpt, dit is geen standaard beleid bij ons. Ik kan niet te veel van onze afspraken vastleggen.’
Johan Kwakernaat begreep het. Hij had alles al doorgesproken met notaris Slieker. Zo gauw mogelijk, Kwakernaat dacht de pillen in het weekend in te nemen, zou Slieker de overlijdensakte opsturen. Gewoon per post, ter attentie van Van Deutekom persoonlijk. Daarna zou Van Deutekom een bedrag van honderdzestigduizend euro – de kosten voor de uitvaart en de notaris had hij er ruimhartig bovenop gedaan – overmaken op de derdenrekening van de notaris. Alles in goed vertrouwen.
‘Fijn dat we het zo geregeld hebben, meneer Van Deutekom. Ik ben u heel dankbaar.’
Kwakernaat klonk oprecht tevreden.
‘Eh ja, u ook bedankt,’ sprak Van Deutekom. Meteen had hij spijt van zijn onhandige woordkeuze.
‘Heel veel sterkte, bedoel ik.’
Van Deutekom onderdrukte een snik en verbrak de verbinding.

Nog geen week later lag op het bureau van Van Deutekom een grote envelop met als afzender Notariskantoor Slieker. In de envelop het bewijs dat Johan Kwakernaat drie dagen eerder was overleden. Van Deutekom startte zijn computer en opende de nieuwe rubriek die hij speciaal voor de gelegenheid had opgetuigd. De Kleine Kas, had hij hem genoemd, een onschuldig grapje bij deze eenmalige betaling.
Daarna maakte hij honderdzestigduizend euro over naar de notaris. Met lichte zenuwen, dat wel, want kon het systeem zo’n kleine betaling wel aan, ingericht als het was op vele miljoenen tegelijk, maar ook tevreden in het besef dat hij én het algemeen belang diende én gevolg gaf aan de wens van een respectabele burger.
Van Deutekom had nog wel iets van spanning gevoeld bij de terugkeer van Majoor veertien dagen later, maar die had de controle op de activiteiten van Van Deutekom er niet meer bij kunnen hebben. Er had, kort samengevat, geen haan naar gekraaid.

Zo verstreken na de dood van Johan Kwakernaat twee volle maanden, tot op een donderdagmiddag Van Deutekoms telefoon ging.
‘Slieker hier. Wij kennen elkaar, van de heer Kwakernaat zal ik maar zeggen.’
De notaris kwam meteen ter zake. Mevrouw Wiemer, een vitale weduwe van tweeënzeventig, wilde hetzelfde traject in als de heer Kwakernaat. Zij had er in het dorp van gehoord. De afwikkeling liet zij geheel aan Slieker over.
‘Tweeënzeventig, zegt u? Dat is al vrij oud. Ik kan er niet meer dan twee jaar AOW voor geven, mét een bewijs van haar goede gezondheid natuurlijk.’
Van Deutekom verbaasde zichzelf met zijn snelle, zakelijke reactie.
Slieker begon nog wat te loven en te bieden – ‘cliënte eet geen vlees en heeft twee zussen van in de tachtig’ – maar de heren werden het vlot eens. Na ontvangst van de overlijdensakte zou de Kleine Kas twintigduizend euro op de derdenrekening van Slieker overmaken.

Daarna ging het hard. Vanuit het kleine, vergrijsde dorpje waar Kwakernaat en de weduwe Wiemer hadden gewoond, meldden zich nog vier fitte jongbejaarden. Die wilden in ruil voor een aantal jaren AOW hun aardse bestaan best vroegtijdig beëindigen. In twee gevallen hadden hun kinderen al voor de vereiste medische onderbouwing gezorgd. Eén van die kinderen had zelfs op enige spoed aangedrongen: het vakantieseizoen stond voor de deur en in de showroom hadden ze een mooie caravan gezien.
Maar even zo snel als het beekje met stervensbereide ouderen was gaan stromen, zo vlot was het ook weer opgedroogd. Heel jammer, vond Van Deutekom, want eindelijk had hij wat omhanden gehad. En als voormalige zakenman stond het idee om langs te randen van de wet te opereren hem bepaald niet tegen.
Inmiddels was het herfst, buiten werd het al aardig donker. Van Deutekoms gedachten waren bij het kerstconcert van zijn band. De inzameling voor de nieuwe instrumenten had weinig opgebracht. Nu zocht Van Deutekom naar een klusje om de rest van de middag mee door te komen. Misschien de Kleine Kas maar opdoeken? Voordat een interne controleur vragen ging stellen?

Van Deutekom opende de onderste la van zijn bureau en pakte de papieren van Kwakernaat eruit. Hij knipte zijn lamp aan, het licht scheen door de handgeschreven brief van Johan Kwakernaat heen. Het watermerk was hem niet eerder opgevallen. JK, zag hij staan, in fraai gestileerde letters. Tikkie art deco, leek het wel.
Uit nieuwsgierigheid googelde Van Deutekom op het lemma ‘JK’. En jawel hoor: JK, voor al uw specialistisch drukwerk, las hij. Met daaronder alles wat Johan Kwakernaat op grafisch gebied zijn klanten te bieden had.
Daarna pakte Van Deutekom de overlijdensakte, die de notaris hem had gestuurd. Ook al van dat mooie papier, zag hij. Waarom hij het deed wist hij zelf niet, maar na de brief van Kwakernaat hield Van Deutekom ook de akte even in het licht van de bureaulamp.
‘JK’, was duidelijk te zien, in dezelfde mooie ouderwetse letters. Het rapport van het medisch onderzoeksbureau dan? Drie kantjes, met drie keer de initialen JK erin. Onopvallend, maar niet te missen als je het eenmaal wist.
Het duurde vijf volle minuten, maar toen begon Van Deutekom te grijnzen. Lelijke boef, dacht hij, niet boos, maar geamuseerd. Vervolgens deed hij iets dat hij nooit eerder had gedaan. Hij pakte zijn telefoon en belde met een man die een half jaar daarvoor was doodverklaard en begraven.
‘Met Kwakernaat’, klonk het aan de andere kant van de lijn. Van Deutekom herkende de stem direct.
‘Fijn dat u opneemt,’ sprak de referendaris. ‘En wat snel, voor een overledene. Misschien kunnen wij iets voor elkaar betekenen?’

***

De schrijver aan het woord




***

Over Nico van Meerkerk
Mijn naam is Nico van Meerkerk, ik ben 70 jaar oud en gepensioneerd jurist. Mijn hobby’s zijn piano spelen, bridge en lezen, vooral geschiedenis. In mijn werk heb ik honderden brieven en processtukken geschreven, waarin voor de fantasie geen plaats was. Nu schrijf ik voor eigen plezier, ik heb enkele schrijfcursussen gevolgd en de fantasie krijgt ruim baan. Recent heb ik een kinderboek voltooid. Daarvoor hoop ik een uitgever te vinden.

Cindy van Veldhoven: "Creëren is de rode draad in mijn leven. Altijd al geweest! Het maakt me blij.. Al vele ideeën zijn opgeplopt en verwezenlijkt, daar is illustreren er één van. Binnenkort mijn schildering op de cover van een boek! Ik ben een gelukkig mens ;)"

Reacties

  1. Prima verhaal, maar wat is die “illustratie”???

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dacht ik ook al, inderdaad! Nog nooit een lelijkere gezien

      Verwijderen
    2. Maar wat houdt het in? Ik vind het zelf persoonlijk niet lelijk. Maar wat is het?

      Verwijderen
  2. Geweldig. Alweer gewonnen!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goed getroffen, Cindy, het watermerk JK (de clou van het verhaal). Dankjewel (Nico van Meerkerk).

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik vind de illustratie geweldig! Topwerk Cindy! Laat de haters maar kletsen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Gefeliciteerd! Wat een mooi bedacht plot!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Om de een of andere reden moest ik denken aan de boeken van J. Voskuil m.n. Het Bureau Droge humor. Goed verhaal.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Schrijvers Promotor

  • Bird - 'Bird' (06-01-2024) 16,3 cm/ 20,9 cm
    4 uur geleden
  • Fietsen met woede - Uit pure frustratie trap je tegen het kleine rekje dat je voor een habbekrats kocht in de Action – een winkel waar je normaal niets koopt maar die de spe...
    1 dag geleden
  • DE MUZE - 1. ‘Gefeliciteerd.’ Gabriëlla geeft mij een zoen op iedere wang. ‘Ik zal niet vragen hoeveel lentes, zelf ben ik de tel kwijtgeraakt na negenendertig.’Ik...
    5 dagen geleden
  • Het filmpje - Werd bij jou ook het geweldige filmpje niet getoond?Kijk dan hier: https://www.facebook.com/reel/3745877325722858
    5 dagen geleden
  • Loslaten - Nadat ik eerst alleen met de arts heb gesproken, komt hij erbij. De deur gaat open en hij schuifelt naar binnen. Met zichtbare moeite zet hij de ene voet v...
    1 week geleden
  • BOEK 10 EVENT VAN GODIJN - Zaterdag 5 oktober was in Roelofsarendsveen het boek 10-event van Godijn publishing waarin 10 schrijvers werden gelanceerd en waarbij de uitslag van de w...
    1 week geleden
  • Schrijfwijs - Schrijfwijs: Creatieve Schrijfcursus in Bibliotheek Woudrichem – Start op 10 januari 2025! Introductie :"Ben je klaar om je creatieve...
    1 week geleden
  • Recensie ‘Alles stroomt’ in Lychnari - Vijf voor twaalf! kopt magazine Lychnari boven een uitgebreide recensie van Alles stroomt. In het herfstnummer van het kwartaalmagazine, dat als pay-off Ve...
    2 weken geleden
  • Voedingskanaal - Het water kolkt, briest en bruist langs de basaltstenen oever. Het kijken naar de patronen van de tegengestelde stromingen maakt hem duizelig. De vochtige ...
    3 weken geleden
  • Afscheid Pio Gotson - De titel verklapt eigenlijk al alles wat er met dit bericht gezegd moet worden. Met deze blog stop ik. Of ik met dit exacte webadres ooit nog verder ga w...
    4 weken geleden
  • Nieuwe serie: beste lied per jaar: editie #1: de jaren ’70 - In navolging van David Bennett ga ik beginnen met een korte serie over wat ik het beste liedje per jaar vind. Daarbij neem ik, heel triviaal, de top 100 va...
    4 weken geleden
  • Anderen: een nieuwe SF-bundel - Er komt een nieuwe SF-verhalenbundel van mijn hand. De titel van de bundel is ‘Anderen’. De covertekst zegt: Aliens. Anderen. Ze zijn de onbekende medebewo...
    5 weken geleden
  • Veeleisende Liefdes - VEELEISENDE LIEFDES Ik mag mezelf gelukkig prijzen. Het is een zegen te mogen leven met passie, geestdrift en een zekere mate... The post Veeleisende L...
    4 maanden geleden
  • IJler dan IJl - Het was de bron van zijn misère, de drijver van zijn weemoed, de reden van zijn ondergang: Rick wilde het leven snappen, maar durfde het niet te ervaren.
    4 maanden geleden
  • Tjonge... - Boreling ligt inmiddels een week in de boekhandels. Hoewel ik mij natuurlijk realiseer dat minder enthousiaste lezers niet in de pen...
    6 maanden geleden
  • - Leidsch Dagblad 23 feb 2024
    7 maanden geleden
  • Duik mee in de wereld van Johnny Bollé - Bij een nieuw jaar hoort een fris begin, en ik had een idee voor een nieuwe maandelijkse nieuwsbrief. Alleen was er de vraag: hoe moet...
    9 maanden geleden
  • De draak die de kat opat - Het hotel kondigt altijd aan wanneer het zichzelf gaat verplaatsen. De parketvloer in de lobby attendeert me er meestal als eerste op, wat praktisch is, wa...
    2 jaar geleden
Jouw schrijfwerk hier gratis promoten? Stuur een mailtje tav Maarten naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com