Winnaar september 2024


Ontstopt

- Martine Kortekaas - illustratie: Esther Leenders -

Pas na een paar weken zie ik dat de man die elke ochtend op het strand yoga-oefeningen doet Bas is, in een houding die ik herken als de hero pose. Ironisch. Hij was ooit mijn eerste held.

Ik zit hier elke ochtend, achter het glas van de manshoge met zout-restanten besmeurde ramen van het gehuurde appartement, waar de ielige zon zorgt voor een benauwende warmte, die zich vermengt met de rook van sigaretten, de geur van oploskoffie en mijn ongewassen haar. Veelal staar ik naar de onverharde weg die langs het appartement naar het strand kronkelt, het strand dat alle dagen leeg is vanwege de onverwachte vasthoudende grauwmist die vier weken eerder in januari, tegelijk met mijn komst, over het eiland is gekropen, kringelend rondom de zwarte restanten van de vulkanen.
’s Ochtends zit ik voor het raam.’ s Middags lees ik en beantwoord ik de Whatsapps van mijn vader. Ik schrijf ‘Goed! Lekker bezig’, of ‘Werk is top’ of ‘Nu geen tijd pa, ben uit eten’. Het bevalt me hier: grijze tegels, een functionele inrichting met goedkope Ikea meubels en de door de hele ruimte geplaatste TL-lampen, die me ’s nachts in slaap zoemen en houden.
Als ik incidenteel ’s middags het appartement verlaat is het stil buiten, alsof de voortdurende mist niet alleen het zicht op de zee en de horizon maar ook alle buitengeluiden bedekt. Ik vraag me af of er normaal gesproken wel geluiden zijn -misschien van meeuwen of vissers, of lachende gezinnen op weg naar het strand voor weer een dag in de zon- of dat ik me dénk te herinneren dat er altijd meeuwen, vissers en vrolijke mensen waren, omdat ik nu eenmaal op een vakantie-eiland ben.
Herinneringen zijn zelden de herinneringen aan wat er werkelijk was. Herinneringen zijn als een ongewenst familielid dat ineens op stoep staat, met verhalen waar niemand op zit te wachten.

Iedereen heeft standaardzinnetjes voor standaardsituaties. Een paar weken voor ik naar het eiland afreisde had ik een zoveelste Tinder-date. We hadden afgesproken in De Buik, een wat morsige kroeg in een donker souterrain, alleen bereikbaar via een wankele en veel te steile trap. Het gesprek ging over werk, het weer, familie en toen zijn vraag kwam of ik broers of zussen had, gebruikte ik mijn standaardzinnetje ‘Ik ben de zevende van zeven’, gevolgd door ‘EerstkomtVictordanFelixdanCharlotteCoenFleurJuliaenalslaatsteik’.
Omdat zeven zo’n bizar groot aantal is, hoef ik alleen maar te wachten op de ‘oh’s’ en ‘ah’s’, de ‘wat moet dat druk zijn geweest!’, zodat ik nooit uit mezelf hoef te vertellen hoe mijn drie broers en drie zussen allemaal van hetzelfde luide laken een pak waren. Extraverte kinderen waren ze, met honderden vriendjes en vriendinnetjes, altijd in voor avontuur en kapotte knieën. Kinderen die nooit liepen omdat ze ook konden rennen, amper sliepen omdat ze ook de wereld konden veroveren. Ons huis, een enorm herenhuis van vier verdiepingen, was een aaneenschakeling van heen en weer flitsende kinderen, rondslingerende sportkleren, legokastelen, hockeysticks, controllers, gelach en gekrijs. Mijn ouders vonden het fantastisch, dit was precies wat ze voor ogen hadden toen ze aan hun massa-reproductie begonnen; een huishouden van Jan Steen op amfetamine.
En toen kwam ik. Het laatste kind. Stil, introvert, een stuudje. Slecht in sport bovendien. Hoofdschuddend keken ze naar mij als ik weer eens alleen in een hoek zat te lezen, of naar buiten zat te staren. ‘Die kan nooit van mij zijn’, porde mijn vader mijn moeder dan in haar zij met een schuine hoofdknik naar mij waarop zij zich glimlachend tegen hem aan drukte. Ze waren niet de enigen. Ook ik wist zeker dat ik een wisselkind was.
Mijn broers en zussen vonden het in eerste instantie interessant, zo’n stil sereen babyzusje, maar naarmate we ouder werden raakten ze geërgerd door mijn gestaar naar niets, mijn handen over mijn oren en negeerden ze mij zoveel mogelijk. Voor mij daarentegen waren zij mythische wezens bij wie alles leek te lukken. Ik hoopte altijd dat iets van hun extraversie en sterrenstof aan mij bleef plakken zodat ook ik werd uitgenodigd voor eender welk feestje, dat ook mijn poesiealbum vol zou komen met prulplaatjes en sentimentele versjes. Dat ook ik, misschien niet als eerste, maar dan toch heus als derde of vierde werd gekozen met gym.
Het waren diezelfde broers en zussen die mij twee verjaardagen geleden, per post How to win friends and influence people stuurde, met een kaartje erbij: ‘Als dit al 80 jaar voor anderen werkt, moet dat ook voor jou werken. Kom op! Liefs, je broers en zussen.’
Uiteindelijk hadden de Tinderdate en ik later die avond mechanische seks en daarna werd ik geghost.

Het is belangrijk om elke dag op tijd wakker te worden, structuur te houden en in beweging blijven, had de praktijkondersteuner GGZ me verteld. Zij starend naar haar scherm, ik kijkend naar mijn handen in mijn schoot. Oxazepam voorschrijven wilde ze niet, maar misschien kon ik een kleurboek voor volwassenen kopen, om tot rust te komen en iets te doen te hebben na mijn ontslag?
Ik had ja geknikt, goed plan zeg en waarom had ik daar zelf niet aan gedacht, en was na het consult direct door naar huis gelopen, waar het leek alsof de afwezigheid van werk zich als een niet te ontlopen entiteit had gemanifesteerd en me uit het appartement wilde hebben. Een uur later had ik het ticket naar het eiland geboekt.
Tijdens het dagelijks vegen van de stoep (‘in beweging blijven’) kom ik Bas tegen, een dag of drie nadat ik hem voor het eerst op het strand heb gezien. Ik voel hoe mijn hoofd langzaam warm wordt als hij voor mijn stoep stopt, zijn gezicht in een frons. Mijn handen bezemen verder.
‘Ik ken jou’, zegt hij
Ik zeg niets. Hij kijkt. Ik bezem.
'Nee, echt. Ik kén jou. Maar waarvan?’
‘School’, zeg ik en dan gooi ik de bezem neer, vlucht naar binnen en daar, achter de snel gesloten deur, komen de herinneringen.
Eerste liefde, onbeantwoord. Zes jaar van kijken en fantaseren. Incidenteel contact. Ik totaal verlegen. Hij totaal populair. Nu ik erover nadenk, heeft hij in al die jaren nooit veel tegen me gezegd, behalve misschien of hij mijn huiswerk kon overschrijven. Die crush op Bas was het enige wat ik en mijn een jaar oudere zus Julia deelden. Dat ook zij hem niet bekoorde trouwens ook. Thank God.

De dag nadat ik Bas op de stoep heb gezien ga ik ’s middags naar het strand. Ineens voelt de stilte en drukkende benauwdheid binnen niet meer als een veilig huisje. Ze doen me denken aan mijn laatste jaar op werk. Soms leek het alsof ik niets had gezegd, terwijl ik toch zeker wist dat ik had gevraagd of iemand nog koffie wilde. Het kwam steeds vaker voor dat ik alleen in een vergaderruimte zat te wachten voor een meeting, me afvragend waar iedereen toch was. De collegiale Whatsapp-groep leek opgeheven. Mijn manager vroeg of het niet ook een beetje aan mezelf lag. Misschien moest ik op een cursus, ‘zichtbaarheid vergroten zonder stress’ bijvoorbeeld?

Een paar dagen later nodigt Bas me uit voor een etentje in het kleine centrum via een handgeschreven briefje dat onder mijn voordeur is geschoven. Ik leg het briefje op de aanrecht, zodat ik er steeds naar kan kijken als ik de oploskoffie maak of een nieuw Madeleine cakeje pak. Hij heeft zijn telefoonnummer onder zijn naam geschreven. Op de tafel zie ik de How to win friends and influence people liggen. Ik app ‘ja’ op zijn uitnodiging.

Restaurant Girasol is bijna helemaal uitgestorven. Op het smoezelig witgepleisterde terras zitten de paar oude mannetjes, die ik ook altijd buiten bij de supermercado op de plastic tuinstoelen zie zitten. Girasol ruikt naar oude frituur en wc. De her en der verspreide tafels en stoelen zijn nog in de on-opgelapte staat van het pre-toeristenseizoen. Isabelle, de eigenaresse haalt een theedoek over een van de tafels als ze me binnen ziet komen en gooit een met vetvlekken besmeurde kaart voor me neer.
Ik zeg ‘hola’ en ga zitten. Isabelle zegt niets en pakt haar telefoon.
Als na een paar minuten Bas binnenkomt, schiet haar hoofd omhoog. Ze straalt en roept ‘¡Bás! ¡Cómo estás! ¡Qué bien que estés aquí!’.
Na de begroeting – een wat onhandige boks van mij, een omhelzing van hem- zitten we tegenover elkaar en verschuiven we het peper-en-zoutstelletje en de waterglazen met kalkaanslag. We versnipperen de bierviltjes. We glimlachen als we elkaar per ongeluk aankijken. De televisie tettert. ‘Staat hard hè?’ zeg ik, en wijs naar de televisie. Bas knikt, verzit, slaat een been over de andere, knikt weer.
‘Goh’, zegt hij dan, ‘Sorry dat ik niet meteen wist wie je was. Hoe gaat het met je?’ Ik bloos en schutter. We praten over het eiland (prachtige natuur, heerlijk eten) en waarom we er zijn. Ik zeg ‘vakantie’. Bas zegt ‘zaken’. We staan even stil bij de middelbare school (‘leuk was dat hè’, ‘heel leuk’, ‘ja’, ‘ja’) en dan komt ons gesprek op gang en praten we ècht, urenlang, over yoga, over liefde, over leven.
‘Heb je nog steeds zoveel broers en zussen?’, vraagt hij, tijdens de flán met cognac. Ik lach. Alsof je ooit van je familie afkomt.
‘Maar natuurlijk. Dat je dat nog weet joh’, zeg ik.
‘Ik was altijd jaloers op jouw broers en zussen. Ik was enig kind. Alleen. Best eenzaam hoor.’
‘Maar het is toch goed gekomen?’, vraag ik.
Hij kijkt me aan. ‘Het is zéker goed gekomen. Met jou toch ook?’
Een glimlach. ‘Ja.’

Na het eten lopen we in het donker richting het strand. De lucht is helder. De maan is vol en groot, lijkt bijna op de aarde neer te ploffen. We trekken onze schoenen uit en lopen door het zachte zand richting de zee. Het is eb. Ik hou van eb. Eb is een goochelaar die een laken wegtrekt: alles leek verdwenen, maar het is er allemaal nog: de krabbetjes, de kokkels, het leven, voortdurend. We stoppen bij de branding en luisteren naar het whoeshen van de golven.
‘Mooi hè’, zeg ik.
‘Het is prachtig’, zegt Bas en hij kijkt me aan.
Mijn buik tuimelt. Herinneringen zijn geen feiten. Herinneringen zijn géén feiten.

In de middag na onze ontmoeting is de mist bijna weg. De zon die nu écht naar binnen valt, licht het stof in het appartement op. Ik zie de beschimmelde koffiebekers en de asbakken met de bergjes uitgedrukte peuken. De lege verpakkingen van de Madeleine cakejes naast de bank. De opgedroogde papieren zakdoekjes. Ik glimlach om mezelf en schud mijn hoofd. Misschien is het tijd om iets te doen. Thuis bracht schoonmaken me altijd in een staat van ordening, alsof een nieuw begin altijd onder handbereik is als alle vuiligheid is weggevaagd.
Ik stof de vensterbanken, de kleine vierkante koffietafeltjes, de lege planken boven de bank. Gooi weg wat weggegooid moet worden. Zet de deuren tegen elkaar open. Sop de keuken. Vind een percolator. Was af. Als laatste zeem ik de ramen. De citroengeur van de allesreiniger maakt dat ik mezelf ruik. Onder de douche was ik mijn haar. Daarna trek ik schone kleren aan. Ik ga op de bank zitten met een kop thee en een appel en maak een boodschappenlijstje. ‘Echte koffie’ zet ik bovenaan en vlak daaronder ‘nicotinepleisters’.
Buiten bij de schuifdeuren naar het balkon scharrelt een zwarte kat. Zijn bekje opent in een geluidloze mauw als hij mij ziet zitten. ‘Dag diertje’, zeg ik, hardop, en mijn stem klinkt krakerig en eigenaardig. Ik kuch en zeg nog een keer ‘Dag diertje’ en nu klink ik alweer meer als mij. ‘Dag diertje! Dag diertje! Dag diertje!’, herhaal ik, steeds harder, tot ik lachend sta te schreeuwen in het schone appartement, met de zon op mijn gezicht. De kat is allang weg. Het maakt me niet uit. Ik lach.
Mijn telefoon trilt. Het is een Whatsapp van Bas.
Tof je weer te zien!
Mijn handen beginnen te zweten. Zonder er verder over na te denken, stuur ik:
Ja, vond ik ook.
En, als een afterthought:
Xxx
Ik zuig met mijn adem mijn lippen naar binnen en gooi mijn telefoon op de bank. Nu niet naar kijken, niet naar kijken. Niks jinxen. Here comes the sun, murmel ik mee met de radio. Ik staar naar mijn vingernagels, hou ze van me af met de handpalmen naar voren, vorm klauwtjes met mijn handen, strek ze weer uit. Als de telefoon weer trilt trekt mijn buik samen. Ik pak mijn telefoon. Het is Bas.
Voor ik het vergeet, mag ik het telefoonnummer van je zus? Julia? Ik was zo verliefd op haar toen.
Ik sta op en loop naar het strand. Het zand is vochtig . Achterom kijkend zie ik hoe mijn voetstappen diepe sporen achterlaten waar direct een laagje water in stroomt en hoe ze dan verdwijnen. De mist eet me op.

***
De schrijver aan het woord


***

Martine Kortekaas (circa 1980) woont en werkt in Arnhem. Ze publiceert nooit. Haar inspiratie haalt ze uit de binnenwerelden van mensen en soms ook van dieren.

Esther Leenders
woont in Tilburg en werkt voor een culturele instelling. Daarnaast waagt ze zich aan het schrijven van korte verhalen en het maken van illustraties. Haar ‘geheime wapens’ zijn naald en garen, - waarmee ze alles borduurt behalve vogels en bloemen.

Reacties

  1. Martine! Gefeliciteerd! Wat ontzettend goed! 🩷💜💙

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Van harte gefeliciteerd met de eerste plek! Wat een mooi verhaal. Indringend door het mooie beeldende woordgebruik. Dank je wel voor je publicatie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Prachtig hoe je de sfeer neerzet van de hoofdpersoon. Goed gedaan!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Oeh, wat laat dit verhaal me achter met pijn in de buik voor de hoofdpersoon. Ontzettend goed gedaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Zeer goed en vermakelijk M!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Goed verhaal! Ik was even bang dat je in de valkuil van een 'happy end' zou vallen, dat maakte het slot des te krachtiger. Met plezier gelezen! En ik ben het met je eens: George Saunders is geweldig ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Zeer boeiend verhaal, kort maar krachtig, zou graag nog eens iets van je lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Leuk verhaal, terecht winnaar, maar wat hebben schrijvers tegenwoordig toch met verdwijnen in de zee 😭😭?

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Schrijvers Promotor

  • Bird - 'Bird' (06-01-2024) 16,3 cm/ 20,9 cm
    1 uur geleden
  • Fietsen met woede - Uit pure frustratie trap je tegen het kleine rekje dat je voor een habbekrats kocht in de Action – een winkel waar je normaal niets koopt maar die de spe...
    1 dag geleden
  • DE MUZE - 1. ‘Gefeliciteerd.’ Gabriëlla geeft mij een zoen op iedere wang. ‘Ik zal niet vragen hoeveel lentes, zelf ben ik de tel kwijtgeraakt na negenendertig.’Ik...
    5 dagen geleden
  • Het filmpje - Werd bij jou ook het geweldige filmpje niet getoond?Kijk dan hier: https://www.facebook.com/reel/3745877325722858
    5 dagen geleden
  • Loslaten - Nadat ik eerst alleen met de arts heb gesproken, komt hij erbij. De deur gaat open en hij schuifelt naar binnen. Met zichtbare moeite zet hij de ene voet v...
    1 week geleden
  • BOEK 10 EVENT VAN GODIJN - Zaterdag 5 oktober was in Roelofsarendsveen het boek 10-event van Godijn publishing waarin 10 schrijvers werden gelanceerd en waarbij de uitslag van de w...
    1 week geleden
  • Schrijfwijs - Schrijfwijs: Creatieve Schrijfcursus in Bibliotheek Woudrichem – Start op 10 januari 2025! Introductie :"Ben je klaar om je creatieve...
    1 week geleden
  • Recensie ‘Alles stroomt’ in Lychnari - Vijf voor twaalf! kopt magazine Lychnari boven een uitgebreide recensie van Alles stroomt. In het herfstnummer van het kwartaalmagazine, dat als pay-off Ve...
    2 weken geleden
  • Voedingskanaal - Het water kolkt, briest en bruist langs de basaltstenen oever. Het kijken naar de patronen van de tegengestelde stromingen maakt hem duizelig. De vochtige ...
    3 weken geleden
  • Afscheid Pio Gotson - De titel verklapt eigenlijk al alles wat er met dit bericht gezegd moet worden. Met deze blog stop ik. Of ik met dit exacte webadres ooit nog verder ga w...
    4 weken geleden
  • Nieuwe serie: beste lied per jaar: editie #1: de jaren ’70 - In navolging van David Bennett ga ik beginnen met een korte serie over wat ik het beste liedje per jaar vind. Daarbij neem ik, heel triviaal, de top 100 va...
    4 weken geleden
  • Anderen: een nieuwe SF-bundel - Er komt een nieuwe SF-verhalenbundel van mijn hand. De titel van de bundel is ‘Anderen’. De covertekst zegt: Aliens. Anderen. Ze zijn de onbekende medebewo...
    5 weken geleden
  • Veeleisende Liefdes - VEELEISENDE LIEFDES Ik mag mezelf gelukkig prijzen. Het is een zegen te mogen leven met passie, geestdrift en een zekere mate... The post Veeleisende L...
    4 maanden geleden
  • IJler dan IJl - Het was de bron van zijn misère, de drijver van zijn weemoed, de reden van zijn ondergang: Rick wilde het leven snappen, maar durfde het niet te ervaren.
    4 maanden geleden
  • Tjonge... - Boreling ligt inmiddels een week in de boekhandels. Hoewel ik mij natuurlijk realiseer dat minder enthousiaste lezers niet in de pen...
    6 maanden geleden
  • - Leidsch Dagblad 23 feb 2024
    7 maanden geleden
  • Duik mee in de wereld van Johnny Bollé - Bij een nieuw jaar hoort een fris begin, en ik had een idee voor een nieuwe maandelijkse nieuwsbrief. Alleen was er de vraag: hoe moet...
    9 maanden geleden
  • De draak die de kat opat - Het hotel kondigt altijd aan wanneer het zichzelf gaat verplaatsen. De parketvloer in de lobby attendeert me er meestal als eerste op, wat praktisch is, wa...
    2 jaar geleden
Jouw schrijfwerk hier gratis promoten? Stuur een mailtje tav Maarten naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com