Tweede plaats oktober 2024


Keuzes

- Albert Huberts - Illustratie: Michele D'Asaro -

‘Uw telefoon en horloge, graag.’ De receptionist wijst naar het plastic bakje op de balie.
‘Moet ik die afgeven?’ Gerard pakt verbaasd zijn telefoon uit de binnenzak van zijn winterjas.
‘U krijgt ze terug bij uw vertrek.’
Gerard legt z’n telefoon en horloge in het bakje. ‘Waarom moet ik ze achterlaten?’
‘De dokter zal u het zo dadelijk uitleggen. Wilt u plaatsnemen in de wachtkamer? Vierde deur rechts. U wordt opgehaald.’
Gerard opent de aangewezen deur en stapt een wachtkamer binnen waar alles mintgroen is: de muren, de vloer, het plafond, de rechte stoel die midden in de ruimte staat, met de rug naar de deur. Het licht is diffuus, hij kan geen lichtbron ontdekken. Als hij gaat zitten op de stoel krijgt hij een zwevende sensatie. De muren lopen geleidelijk over in de vloer en het plafond, waardoor zijn uitzicht een mintgroen vlak zonder horizon is.

Het gewichtloze gevoel is onaangenaam en hij sluit zijn ogen om een opkomende misselijkheid te onderdrukken. Dat helpt. Zijn gedachten dwalen af naar de gebeurtenissen van de afgelopen weken. De zakelijk geformuleerde diagnose van de oncoloog en diens antwoord op de hamvraag: ‘Hooguit een half jaar met intensieve bestraling en chemo, twee á drie maanden met alleen pijnbestrijding.’ Het was de enige keuze die hij kreeg: tijd of kwaliteit. Hij had voor kwaliteit gekozen en is nu op zoek naar tijd. De pijnstillers werken prima, hij voelt zich goed, de tumoren in zijn lichaam houden zich koest, al weet hij dat dit slechts schijn is. Zijn levensklok tikt onafwendbaar naar een naderend einde.
Hij denkt aan Elly, zijn vrouw, die dapper probeert te zijn, daarin jammerlijk faalt en in plaats daarvan troost zoekt bij hem, troost die hij tot zijn verrassing kan bieden. De zesjarige zoon Thomas die ze besluiten nog niets te vertellen omdat ze geen idee hebben hoe, de nietszeggende facebookupdates, de etentjes waar ze opgewekt naartoe gaan. Nog even net doen alsof er niets aan de hand is.
‘Mijnheer Kooistra?’
Hij schrikt op, draait zich om in zijn stoel, knippert met zijn ogen tegen het licht en ziet een oudere man in doktersjas in de deuropening staan, gedrongen, corpulent, met een rond gezicht en een halve leesbril. Twee vriendelijke blauwe ogen kijken hem over het montuur aan. ‘Mijnheer Kooistra?’ herhaalt de man met een hoog stemmetje, en steekt een hand uit.
‘O sorry, ja natuurlijk,’ stamelt Gerard, staat op, wankelt, steunt een moment op de stoelleuning en geeft de dokter een hand. Hij is helemaal van slag. Hoe lang heeft hij hier gezeten?
‘U bent wat gedesoriënteerd, dat is heel normaal. Buiten de wachtkamer is dat zo voorbij. Wilt u mij volgen?’
Gerard volgt de dokter, die met snelle pasjes voor hem uit loopt, een lange gang door met een glazen plafond en aan weerszijden deuren waarvan de dokter er eentje opent en hem binnen nodigt.
De kamer heeft een nuchter interieur met een blankhouten bureau en twee stoelen, een dressoir waarboven ingelijste houtskooltekeningen hangen en waarnaast een waterkoeler staat. Een glaswand achter het bureau biedt zicht op een mistroostig grasveld dat begrensd wordt door een manshoge ligusterhaag.
‘Neemt u plaats. Wilt u misschien een glas water?’
‘Ja graag.’ Gerard gaat in de stoel tegenover het bureau zitten en neemt een slokje van het water dat de dokter hem aanreikt. Die neemt zelf plaats achter zijn bureau, duwt met een wijsvinger een map recht die voor hem ligt en zegt: ‘Ik heb me nog niet fatsoenlijk voorgesteld. Mijn naam is Marcus Drieling en ik ben uw chronotherapeut, in de volksmond een tijdrekker.’ Hij lacht kort en Gerard begrijpt dat dit laatste als ijsbreker is bedoeld. ‘U kunt mij Marcus noemen of dokter, dat vinden de meeste mensen het makkelijkste. Wat u wilt.’ Gerard knikt ten teken dat hij het heeft begrepen en de man slaat de map open. ‘Ik lees hier dat u zevenendertig jaar oud bent en gediagnosticeerd met uitgezaaide kanker die op korte termijn terminaal is. Klopt dat?’
Alsof hij een menukaart opleest. ‘Ja.’
‘Zes maanden met intensieve behandeling, hooguit drie zonder?’
‘Ja.’
‘Hebt u al een keuze gemaakt?’
‘Ik heb gekozen voor pijnbestrijding, dus geen intensieve behandeling.’
‘En u wilt de u resterende tijd oprekken?’
‘Inderdaad.’
De dokter sluit het dossier, leunt achterover in zijn stoel en vouwt zijn handen over zijn ronde buik. ‘Nu weten we waarom u hier bent. Weet u ook wáár u bent?’
‘Natuurlijk.’
‘Waar bent u dan?’
‘Het Instituut voor Levensverlenging.’
De worstenvingers trommelen op de buik. ‘Grappig toch, hoe mensen de neiging hebben de nuance te negeren. De volledige naam is: Instituut voor Schijnbare Levensverlenging.’
‘Zoals u wilt.’
‘Ik merk dat u de betekenis van de nuance niet volledig begrijpt. Laat mij die duidelijk maken aan de hand van een voorbeeld.’ Hij staat op, loopt om het bureau heen en hupt tegenover Gerard op het bureaublad, waarbij zijn korte benen loskomen van de vloer, en kijkt hem scherp aan. ‘Hoe laat is het?’
In gedachten gaat Gerard zijn gangen na. Hij had een afspraak om negen uur, dus was hij wat eerder op het instituut aangekomen. Om precies te zijn: om twee minuten voor negen. Hij had het afgelezen van zijn horloge voordat hij het achterliet bij de receptie. Daarna had hij een eeuwigheid in die rare wachtkamer gezeten, een korte wandeling met de dokter gemaakt en hier een paar minuten een gesprek gevoerd. ‘Half tien.’
‘Het is vier minuten over negen.’ De dokter houdt zijn pols omhoog zodat Gerard de tijd kan aflezen van diens horloge.
‘Dat kan niet,’ zegt hij verbluft.
‘Waarom denkt u dat het al half tien is?’
‘Omdat u me zo lang in die wachtkamer hebt laten wachten!’ Hij wordt nog boos als hij eraan terugdenkt.
‘U hebt daar precies drie minuten doorgebracht.’
‘Onmogelijk.’
‘Ik stond buiten de deur met mijn ogen op de secondewijzer.’ Hij tikt op z’n horloge, wipt van het bureau en gaat er weer achter zitten. ‘Subjectief tijdsbegrip, daar is chronotherapie op gestoeld. Het effect dat alles zo lang duurt als het lijkt te duren. Begrijpt u dat?’
Gerard schudt zijn hoofd, is nog bezig de informatie te verwerken dat hij maar drie minuten in de wachtkamer heeft doorgebracht.
De dokter denkt even na, gaat dan verder. ‘Geeft niet. Iedereen maakt het mee, onderschat echter de extreme vormen die het aan kan nemen. De verrassing dat het al donker is als u ’s avonds de bioscoop verlaat, hebt u ongetwijfeld ook gehad. U weet dat vijf minuten wachten op de bus langer lijkt te duren dan vijf minuten een gesprek voeren. Vervelende dingen lijken langer te duren dan leuke. Die zes maanden met chemo en bestraling zouden nog langer lijken omdat ze zo onaangenaam zijn. Ironisch, nietwaar?’
Gerard begint te begrijpen wat de dokter bedoelt: ‘Dat een vakantie voorbij lijkt te vliegen terwijl een vergadering zich maar voortsleept?’
‘Juist. De menselijke geest kan het tijdsverloop nog veel extremer manipuleren. In het dagelijks leven merk je daar eigenlijk alleen iets van als je droomt. U kunt zich vast nog wel dromen herinneren die een hele dag of zelfs dagen duren, terwijl een gemiddelde remslaap zo’n twintig minuten duurt, waarbinnen zich tientallen van zulke dromen kunnen afspelen. De menselijke geest kan de tijd schijnbaar honderden, duizenden keren trager laten verlopen.’
Gerard staart naar de handen in zijn schoot. Wat betekent dit voor hem? Hij had op internet iets gelezen over een instelling die beloofde je leven te verlengen en direct een afspraak gemaakt, zonder zich er verder in te verdiepen. Nu begrijpt hij het principe waarmee men werkt, worstelt echter nog met de praktische toepassing. Hij spreekt zijn vragen uit: ‘Wat betekent dit voor mij? Kunt u van die drie maanden dertig jaar maken? Hoe? Door me laten dromen? Slaap ik dan de rest van mijn leven?’
‘In theorie kan dat, al kiest niemand daarvoor. Maximale vertraging staat voor minimaal besef. U lijkt weliswaar veel langer te leven, maakt dat echter amper mee.’
‘Wat gaat u dan met me doen?’
De dokter staat op, loopt naar het raam en kijkt naar buiten, handen achter zijn rug gevouwen. ‘Allereerst doe ik niets met u. U doet het zelf. Mijn rol is u vertellen wat u het beste kunt doen.’
‘Vergaderen? Op de bus wachten? In rare wachtkamers zitten?’
De dokter draait zich om, grinnikt. ‘Natuurlijk niet. Dat zou weliswaar leiden tot een schijnbaar langer leven, echter niet tot een prettig leven.’
‘Wat dan?’ Gerard is het zat te moeten raden naar de behandeling. ‘Klets er niet telkens omheen.’
‘Naast onaangename zaken is er nog iets dat invloed heeft op het subjectief tijdsbegrip: verveling. Als je je verveelt lijkt de tijd langzamer te verlopen.’
‘Dat lijkt me net zo erg.’
‘Verveling is leuk noch vreselijk, verveling is neutraal. Verveling is de afwezigheid van emotie.’
Gerard vindt het allemaal zo theoretisch en zoekt houvast. ‘Geef eens een voorbeeld.’
‘Ik heb gemerkt dat het beter werkt als ik u vertel wat u juist niet moet doen en aan u overlaat te ontdekken wat u nog wel kunt doen.’ De dokter heeft weer plaatsgenomen achter zijn bureau. ‘U moet alle spannende, nieuwe en gevaarlijke ervaringen vermijden. U mag niet omgaan met aardige, mooie, humoristische en behulpzame mensen. U mag geen nieuwe boeken lezen, geen nieuwe films of tv-programma’s bekijken, niet naar een onbekende omgeving gaan, geen nieuwe hobby uitzoeken.’
Gerard kijkt de dokter een paar tellen met open mond aan en zegt dan: ‘Mijn vrouw is mooi en mijn zoontje heeft een uitstekend gevoel voor humor.’
De dokter beantwoordt de onuitgesproken vraag: ‘Hoe meer u me ze omgaat, des te sneller de tijd zal lijken te verlopen.’
‘Verdomme.’ Als de dokter wil reageren, heft Gerard een hand op, palm naar voren. ‘Een moment. U geeft me erg veel informatie. Ik wil weten wat er overblijft.’ Hij staat op, loopt rondjes door de kamer, blijft stilstaan voor het dressoir en gaat weer zitten. ‘Wat resteert maakt het weliswaar geen onaangenaam leven, wel een saai leven.’
‘Een schijnbaar langer leven.’
‘Daar moet ik nog eens goed over nadenken.’
‘Dat lijkt me verstandig.’

Op weg naar huis overweegt Gerard zijn mogelijkheden, hoofd gebogen tegen een gure tegenwind. Boeken herlezen, dvd’s nog een keertje bekijken, grasmaaien: dat mag hij allemaal nog doen. De vraag is of hij dat ook wil doen. Als hij wacht bij een rood stoplicht beseft hij dat hij weer een keuze heeft tussen tijd of kwaliteit. Deze keer moet hij kiezen voor tijd, al is het slechts schijnbare tijd. Waarom aarzelt hij dan? Wat houdt hem tegen de juiste keuze te maken?
Thuis vindt hij zijn vrouw en zoon in de keuken, bezig poffertjes te bakken. Ze gieren het uit, de keukenvloer is bezaaid met spetters beslag en witte vlekken poedersuiker. Op het aanrecht staan al drie borden met slordige stapels poffertjes, de poffertjespan op het fornuis walmt van de hitte. Hij blijft in de deuropening staan en kijkt geamuseerd naar zijn familieleden.
Dan ziet Elly hem. ‘Gerard! Hoe ging het?’ Ze haalt een hand over haar gezicht waardoor er een poedersuikerwang ontstaat.
Gerard weet ineens welke keuze hij heeft gemaakt en zegt: ‘Goed. Uitstekend zelfs.’

***

Albert Huberts stamt af van Hoogeveense turfschippers en Limburgse boeren. Daar zit een verhaal in, dus schrijft hij verhalen.

Michele D'Asaro
is geboren en getogen in Rome en woont sinds zijn studietijd in Nijmegen. Na omzwervingen in onderzoek en wetenschapspopularisering is hij nu docent wis- en scheikunde voor internationale studenten. In zijn vrije tijd schildert hij graag, een passie die hij eindelijk met de buitenwereld begint te delen na deze jarenlang in de onderste lade te hebben verborgen.

Reacties

  1. Wat een origineel verhaal weer. Ik ben fan! Wendy Sempels

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze keer was ik echt verrast omdat ik – natuurlijk pas nadat ik het had ingestuurd – erachter kwam dat het verhaal niet af was, er nog aan gesleuteld moest worden. Dus ging ik vanmorgen kijken wie er tweede was geworden en keek ik warempel in een spiegel. Net zo’n verrassing was de illustratie van Michele die wellicht wat te luguber zou zijn geweest, ware het niet voor de kleine gier die rechts bovenaan de wacht houdt. Ook in de hel is er blijkbaar humor.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er komt nog een betere versie van de illustratie van Michele. Door omstandigheden moesten we even deze plaatsen nu. Hopelijk morgen!
      Maarten

      Verwijderen
    2. De betere versie is geplaatst :)

      Verwijderen
  3. Kleine dingen zoals het overbodige woord 'al' in de zin 'Op het aanrecht staan al drie borden met slordige stapels poffertjes...'. Dat soort slordigheden groeien bij mij uit tot grote ergernissen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Schrijvers Promotor

  • Cappuccino en rode wijn - Gisteren dacht ik nog aan jou, maar vandaag niet meer. Alsof ik je verbannen heb. Uit mijn gedachten, uit mijn lijf en uit mijn hoofd....
    10 uur geleden
  • Verfbroek - 'Verfbroek' (ca 2017) 'Paint pants'
    14 uur geleden
  • DE POPPENMAN - ‘Zij eruit of ik.’ Met haar handen in haar zij kijkt zijn vrouw hem aan.‘Maar het is alles wat we nog van haar hebben.’ Zijn blik dwaalt over de poppenve...
    1 dag geleden
  • Fietsen met woede - Uit pure frustratie trap je tegen het kleine rekje dat je voor een habbekrats kocht in de Action – een winkel waar je normaal niets koopt maar die de spe...
    5 dagen geleden
  • Het filmpje - Werd bij jou ook het geweldige filmpje niet getoond?Kijk dan hier: https://www.facebook.com/reel/3745877325722858
    1 week geleden
  • Loslaten - Nadat ik eerst alleen met de arts heb gesproken, komt hij erbij. De deur gaat open en hij schuifelt naar binnen. Met zichtbare moeite zet hij de ene voet v...
    1 week geleden
  • BOEK 10 EVENT VAN GODIJN - Zaterdag 5 oktober was in Roelofsarendsveen het boek 10-event van Godijn publishing waarin 10 schrijvers werden gelanceerd en waarbij de uitslag van de w...
    2 weken geleden
  • Recensie ‘Alles stroomt’ in Lychnari - Vijf voor twaalf! kopt magazine Lychnari boven een uitgebreide recensie van Alles stroomt. In het herfstnummer van het kwartaalmagazine, dat als pay-off Ve...
    2 weken geleden
  • Voedingskanaal - Het water kolkt, briest en bruist langs de basaltstenen oever. Het kijken naar de patronen van de tegengestelde stromingen maakt hem duizelig. De vochtige ...
    3 weken geleden
  • Afscheid Pio Gotson - De titel verklapt eigenlijk al alles wat er met dit bericht gezegd moet worden. Met deze blog stop ik. Of ik met dit exacte webadres ooit nog verder ga w...
    4 weken geleden
  • Nieuwe serie: beste lied per jaar: editie #1: de jaren ’70 - In navolging van David Bennett ga ik beginnen met een korte serie over wat ik het beste liedje per jaar vind. Daarbij neem ik, heel triviaal, de top 100 va...
    5 weken geleden
  • Anderen: een nieuwe SF-bundel - Er komt een nieuwe SF-verhalenbundel van mijn hand. De titel van de bundel is ‘Anderen’. De covertekst zegt: Aliens. Anderen. Ze zijn de onbekende medebewo...
    5 weken geleden
  • Veeleisende Liefdes - VEELEISENDE LIEFDES Ik mag mezelf gelukkig prijzen. Het is een zegen te mogen leven met passie, geestdrift en een zekere mate... The post Veeleisende L...
    4 maanden geleden
  • IJler dan IJl - Het was de bron van zijn misère, de drijver van zijn weemoed, de reden van zijn ondergang: Rick wilde het leven snappen, maar durfde het niet te ervaren.
    4 maanden geleden
  • Tjonge... - Boreling ligt inmiddels een week in de boekhandels. Hoewel ik mij natuurlijk realiseer dat minder enthousiaste lezers niet in de pen...
    6 maanden geleden
  • - Leidsch Dagblad 23 feb 2024
    7 maanden geleden
  • Duik mee in de wereld van Johnny Bollé - Bij een nieuw jaar hoort een fris begin, en ik had een idee voor een nieuwe maandelijkse nieuwsbrief. Alleen was er de vraag: hoe moet...
    9 maanden geleden
  • De draak die de kat opat - Het hotel kondigt altijd aan wanneer het zichzelf gaat verplaatsen. De parketvloer in de lobby attendeert me er meestal als eerste op, wat praktisch is, wa...
    2 jaar geleden
Jouw schrijfwerk hier gratis promoten? Stuur een mailtje tav Maarten naar VerhaalvdMaand [at] gmail.com