Zuurlid
- Nico van Meerkerk - Illustratie: Maaike Everaerts -
Vijf over half acht, zo lang had Nina in tijden niet geslapen. Ze spitste haar oren, uit de kamer van Sterre kwam geen geluid. Het was zaterdag, nog twee dagen en dan moest ze weer naar school. Nina voelde zich fitter dan in weken het geval was geweest, en ze had zin. Ze draaide zich opzij, naast haar was het bed leeg. Was Marnix al beneden?
In de woonkamer liet Nina de deur naar boven openstaan. Haar man zat in een t-shirt en boxer aan de eettafel, zijn laptop geopend, de vingers van de rechterhand geklemd om de muis. Nina liep naar hem toe en drukte een kus op zijn krullen. Ze droeg haar zijden ochtendjas, druppels Gaultier Divine strategisch achter de oren.
‘Hoi schat. Wat ben je vroeg.’
‘Ja, zo dadelijk verschijnt de short list. Meestal op de tiende, om kwart voor acht of zo.’ Marnix haalde zijn ogen niet van het scherm, zijn neus nog in de pauzestand.
‘Oké, eerst koffie dan maar?’ Nina draaide zich naar het keukenblok. Jij komt nog wel, dacht ze. Ze zette de Dolce Gusto aan, haalde de citroentaart uit de koelkast en pakte twee schoteltjes.
‘Zou toch wat zijn Nien,’ sprak Marnix vanachter zijn laptop. ‘Jij de ene keer winnen, wat was het, twee maanden terug? En mijn verhaal deze maand.’
‘Eh, ja.’
Nina had haar aandacht bij het scherpe taartmes. ‘Ik heb misschien een beetje overdreven met de citroenen. Maar kijk es, hoe mooi die gelukt is. Die leuke rozetjes bovenop. Jij krijgt een extra grote punt.’
Nina pakte de schoteltjes van het aanrecht en liep naar de tafel.
‘Show, don’t tell,’ zei Marnix. Ze moesten er allebei om lachen.
Uit de laptop klonk een vrolijke ‘ping’.
‘Yes! Precies kwart voor acht.’ Marnix zette de muis aan werk, de citroentaart kon wachten.
Nina zat tegenover haar man aan de eettafel. ‘En?’
Het duurde even voor Marnix antwoordde.
‘Ik zit er niet bij,’ sprak hij na een paar minuten driftig heen en weer scrollen. ‘Niet bij de laatste vijf. Godver!’
Het kwam er verbitterd uit.
‘Joh, wat jammer. Heb je goed gekeken?’
Nina had meteen spijt van haar vraag. Hoe moeilijk was het om in een rijtje van vijf je eigen naam te ontdekken? Ze stond op en liep om de tafel heen.
‘Laat eens kijken wat de jury zegt, lieverd.’ Nina stond achter Marnix en masseerde zacht zijn schouders. Hij rook trouwens ook lekker.
Marnix had de commentaren er al bij gezocht. Intussen schepte hij een groot stuk citroentaart naar binnen. Samen lazen Nina en Marnix de reacties op ‘De dolfijn van de keizer’.
‘Origineel idee, mist wat fantasie in de uitwerking,’ las Nina voor. ‘Nou, dat valt best mee, toch?’
‘Leuke parabel, hier en daar slordig geformuleerd.’ ‘Niet zonder talent, maar schrijver, loop uw tekst nog eens na op grote en kleine foutjes.’
‘Nou, dat zijn toch erg aardige beoordelingen, Mar.’
Ze meende het maar half. Alle recensies schommelden wat haar betrof tussen een 6- en een 7+. Hooguit.
‘Zwuur.’ Marnix sprak met volle mond, niet zo sexy.
‘Ja, sorry, ik zei al dat ik was uitgeschoten met de citroenen. Eet je mond leeg alsjeblieft.’
‘Nwee, de zwuryleden. Zwuur.’
‘Ah, je bedoelt de zuurleden.’ Nina schoot in de lach, ze probeerde het luchtig te houden.
Maar Marnix was niet in de stemming voor relativering. Hij had het over niets anders gehad de laatste dagen. Bij de laatste vijf komen en daarna op z’n minst een top drie notering. Dat kon niet missen.
Nina stopte met de schoudermassage. Ze pakte de koffiekopjes van tafel en liep ermee naar de keuken. Intussen was Marnix zo ver dat hij klinkers en medeklinkers zonder tussenkomst van brokken taart en marsepein kon uitspreken.
‘Zeg nou zelf, Nien, hoe serieus moet ik die mensen nemen? Ik bedoel, dat kunnen toch geen professionals zijn?’
Nina keerde zich naar haar man. De sfeer naderde een kantelpunt, merkte ze. Nu even geen aanleiding geven, anders wordt het niks meer deze ochtend.
‘Ik denk mensen als jij en ik, schat. Die van lezen houden en van schrijven. En misschien hebben ze iets taligs gestudeerd, rechten of zo, of communicatie. Jij ook nog koffie?’
Vijf minuten gingen in stilzwijgen voorbij. Nina ruimde de vaatwasser uit, Marnix tuurde met samengeknepen lippen naar zijn laptop. Het mopperen was nog niet ten einde.
‘Hier, dit verhaal dan Nien. De Duitsers hebben het met hun razzia’s niet al te moeilijk, zo begint het. Sterke opening, wat mij betreft. En in de volgende zin staat een jaartal: 1943. Wat schrijft jurylid Monique? Ik had graag Nazi’s gezien in plaats van Duitsers. Dan had ik geweten wanneer het verhaal zich afspeelde. Onvoorstelbaar, toch?’
‘Mwah.’
Zonder op te kijken pakte Nina een juskom uit de vaatwasser.
‘Deze dan. In de stal lag een baby, drie koningen stonden in aanbidding gebogen over het ventje. En kijk, ze hebben cadeautjes meegenomen: goud, wierook en mirre. Ra, ra, over wie gaat het? Jurylid Jochem in de bocht.’
‘Nina keek haar man aan, haar wenkbrauwen in verbazing opgetrokken. ‘Welk verhaal is dat?’
‘Of deze. Goh, wat een hoop mensen ineens, zeiden de boeren rond Waterloo. Als ze het graan maar niet plattrappen. En daar, die man op zijn paard, met één hand in zijn jas. En zuurlid Peter heeft natuurlijk weer geen idee.’
‘Laat kijken. Dat geloof ik niet.’
Nina zette twee wijnglazen terug in de kast, liep naar de tafel en boog zich over Marnix heen, haar bovenlichaam tegen zijn schouder.
‘Waar dan?’
‘Die laatste twee verzin ik ter plekke. Zie je wel dat ik fantasie heb?’
‘Ja schat, jij hebt fantasie.’
Not, dacht Nina. Jezus, ik hang met heel mijn handel over je heen, ik geur naar de seringen en meneer krijgt geen enkel idee. Die vrijpartij moesten we maar even uitstellen. Nina hield veel van haar man, maar hij had een paar heel eigenaardige trekjes. Dóórdraven was er één van. En ja hoor, daar ging-ie weer.
‘Dat zegt toch ook wel wat, dat die juryleden allemaal anoniem zijn. Alsof ze zich schamen voor hun eigen oordeel.’
Nina deed een stap opzij en wees naar het scherm.
‘Hoezo anoniem? Kijk dan, er staan toch voornamen bij? Ik snap het best, als iedereen zo opgewonden reageert, dat je niet je achternaam eronder zet. Voor je het weet staat er zo’n miskend talent voor je deur.’
‘Nou, ik vind het heel raar. Bij de PC Hooftprijs weet je ook wie er in de jury zitten en bij...’
‘Toe maar, meneer gaat voor de PC Hooftprijs. Zal ik anders Carl Gustav even bellen?’ Als we gaan overdrijven doe ik mee, dacht Nina.
‘Wie ga je bellen?’ Marnix had de blik nog steeds gefixeerd op zijn laptop. Hij leek zijn vrouw maar half gehoord te hebben.
‘Carl Gustav, de koning van Zweden. Hij reikt de Nobelprijzen uit.’
Marnix kon er niet om lachen. Druk scrolde hij door de teksten van de jury, op zoek naar nog meer onrecht.
‘Ha, moet je kijken.’ Marnix draaide zijn scherm een kwartslag, in de richting van Nina schuin achter hem. Met een triomfantelijke blik, de rechterwijsvinger priemend naar de tekst.
‘Hier dan: X.’
‘Wat?’
‘X. Alleen de letter X. Niet eens een voornaam. Hoe laf wil je het hebben?’
Nina kwam wat dichterbij. Ze dacht even na.
‘Tja, misschien een jurylid met een erg herkenbare naam? Xavi, Xander. Of Xaviera, als het een vrouw is.’
‘Ja, of Xantippe. Ook zo’n zuur mens.’ Marnix liet een schamper lachje horen.
Nina haalde even adem voor ze reageerde.
‘Lieve Marnix, wat is nou je probleem? Je doet aan een wedstrijd mee, hartstikke leuk, het kost je geen cent en je krijgt nog feedback ook.’
‘Ik kan het gewoon niet uitstaan. Ik heb mijn verhaal op het werk laten lezen. Iedereen vond het steengoed.’
‘Marnix Kootwijk, op het werk ben jij de baas.’
‘Nou, en? Je moest eens weten wat ze allemaal tegen me zeggen. Trouwens, jij vond het toch ook goed? En jij geeft nota bene Nederlands.’
Nina aarzelde voor ze antwoord gaf.
‘Ja, ik vond een aardig verhaal.’
‘Aardig? Je vond het goed, zei je.’
‘Oké, héél aardig dan.’
‘God wat flauw van je. Omdat ik niet op de short list sta, krabbel je ineens terug.’ Marnix zuchtte diep en rolde met zijn ogen.
Nina kende dit theatrale gedoe. Ze zette haar voeten uit elkaar, de handen in de zij. Dezelfde houding als in de klas wanneer ze iets voor de zoveelste keer moest uitleggen. Aan zo’n verveelde puber van veertien, die het werk van Giphart niet van dat van Vestdijk kon onderscheiden. Als-ie al van Vestdijk had gehoord.
‘Marnix, ik krabbel niet terug. Ik heb je gewezen op een paar tangconstructies en op een knots van een tautologie bovenaan pagina twee. Als je die eruit had gehaald was het een goed verhaal geweest.’
Marnix reageerde niet. Dat was ook zoiets, wist Nina. Nooit toegeven dat je het fout hebt. Ze had gezien dat Marnix had gegoogeld op tangconstructie en op tautologie, één dag na inzending van zijn verhaal. Eigenwijs.
‘En jij doet één keer mee en je wint meteen.’
Ah, de aap en de mouw, dacht Nina. Ze draaide haar hoofd naar de deur en liep richting de gang.
‘Da’s een kwestie van talent, schat.’ Nina zei het vriendelijk lachend, voor de zekerheid, haar man was niet zo’n held in het herkennen van onschuldige plagerij.
‘Ja, en een kwestie van genoeg tijd hebben.’
‘Pardon? Wát zeg je?’ Nina bevroor in haar beweging.
Inderdaad, ze had twee maanden terug alle tijd gehad. Acht maanden zwanger in een bloedhete julimaand. In een opwelling had ze meegedaan aan ‘Wie schrijft, die blijft’ en binnen een middag een verhaal eruit gegooid. Tot haar verbazing had haar inzending de eerste prijs van de maand augustus gewonnen. Marnix was niet uitbundig geweest met zijn complimenten. Als ze nu scherp reageerde was de zaterdag echt verpest.
Maar Marnix had haar niet gehoord. Boven de laptop zag Nina een zuinig pruilmondje.
‘Waar ga je heen?’ vroeg Marnix. ‘Ik praat tegen je.’
Nina draaide zich om, één voet al in de gang. De lach van tien seconden terug was uit haar ogen verdwenen.
‘Als je het goed vindt, ga ik naar boven. Je dochter huilt. Al een tijdje trouwens.’
Nina sloeg de deur achter zich dicht. Met een klap, Sterre was toch al wakker.
Een half uur later kwam Nina de woonkamer binnen, met hun kleintje van tien weken tegen de schouder. Nina in spijkerbroek en trui, Sterre verschoond, gewassen en gepoederd.
‘Kijk lieverd, papa zit aan tafel,’ sprak Nina suikerzoet, terwijl ze Sterre zachte klopjes op haar rug gaf. ‘Ga jij hem maar even troosten. Papa is een beetje boos vanochtend.’
Met deze woorden gaf ze Sterre over aan haar vader, die zijn laptop had dichtgeslagen en voor zijn dochter de zaterdagpuzzel opzij legde.
Aan de andere kant van de eettafel klapte Nina haar eigen laptop open. Een mailtje van gisteren wachtte nog op antwoord.
Beste Jeroen, ik vond het erg leuk om deel uit te maken van de jury. En ja, ik ben volgende maand graag weer van de partij.
Groetjes, Nina (‘X’)
***
De schrijver aan het woord
***
Wauw Nico! Van harte gefeliciteerd! Ik denk dat we ons hier allemaal wel in herkennen :)
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk verhaal!
BeantwoordenVerwijderenBeste Maaike, hartelijk dank voor je erg leuke tekening - Nico van Meerkerk
BeantwoordenVerwijderenDankjewel, heel graag gedaan! Jij bedankt voor het fijne verhaal!
VerwijderenIk zoek nu natuurlijk een tautologie en een knots van een tangconstructie in je verhaal, maar ik kan ze niet vinden 😄
BeantwoordenVerwijderenWat een fantastisch verhaal. Goed geschreven. Humoristisch. Herkenbare zuurleden. Je bent dit jaar een geduchte concurrent voor de andere deelnemers!
BeantwoordenVerwijderenZo zie je maar weer, het kan beter dan het verhaal “op zoek” 😉
BeantwoordenVerwijderenHaha, dit is een superleuk verhaal, wie herkent het niet?😉 Goed geschreven.
BeantwoordenVerwijderenJaaaa, eindelijk eens een verhaal met een echt verrassend einde. Terwijl het er toch zo dik bovenop lag. Supergoed gedaan!
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor dit fijne verhaal en passende illustratie! Was een goed begin van míjn ochtend.
BeantwoordenVerwijderenSchrijven over schrijven is als rennen op glad ijs, voordat je het weet ga je onderuit. Dit verhaal staat fier overeind wat mij betreft. Lekker geschreven, vermakelijk en een fijne twist aan het einde. Goed gedaan!
BeantwoordenVerwijderenGoed verwoord
Verwijderen