Een beetje rouge
- Marie-louise Hellemons -
Ze staart naar haar bleke gezicht in de spiegel van de kaptafel. Naar de kleine barstjes in haar mondhoeken, de wallen onder haar ogen. Ze strijkt met haar wijsvinger de verdwaalde haren voor haar ogen wat opzij. De lichtgroene oogschaduw laat haar doffe ogen weer enigszins stralen. Haar mondhoeken trekken kort naar boven en ze laat haar blik op de rand van de kaptafel vallen.
Ze voelt een warme gloed langs haar rechteroor en kijkt via de spiegel naar haar zus Luna, die bezig is met het stijlen van haar haren.
Luna glimlacht. ‘Tevreden met de oogschaduw?’
‘Het is prachtig,’ fluistert ze.
‘Mooi zo.’
‘Die tang is wel erg heet.’
‘Tja wie mooi wil zijn moet wel een beetje pijn lijden hé,’ knipoogt Luna.
‘Laat mam dat maar niet horen,’ lacht ze zachtjes.
‘Ach. Mam komt toch pas over een halfuur met de jurk.’
Ze kijkt nog eens goed naar Luna’s ogen, naar de ondeugende blik erin. Eenzelfde als die ze vroeger deelden toen ze zeven waren en samen mama weer eens op de kast gingen jagen. Een soort vrijheid die ze al jaren niet meer bij haar zus heeft gezien. ‘Denk je dat Bram het mooi vindt?’
Luna zucht. Ze legt de tang op de kaptafel en slaat haar beide armen om haar heen. ‘Bram vindt jou altijd al mooi. Dus dit zal hij prachtig vinden.’
Ze drinken samen een kop thee op de kleine sofa. Herinneringen van vroeger stijgen mee met de stoom omhoog, zoals die van het kikkercircus toen ze acht waren.
Er klinkt een klop op de deur.
‘Ja?’ roept ze.
De deur gaat krakend een klein stukje open, totdat die blijft haken tegen de kromgetrokken vloer.
‘Kunnen jullie even helpen?’ vraagt haar moeder.
Luna legt haar hand op haar schouder. ‘Blijf lekker zitten. Dit is jouw weekend.’ Luna geeft een paar rukken aan de deur. Bij het losschieten ervan, valt ze een klein stukje naar achteren.
‘Ik zei toch al dat we die andere locatie hadden moeten nemen,’ zucht haar moeder terwijl ze met de tas naar binnen loopt. ‘Hoe moet dat straks?’
Luna schudt haar hoofd en steekt haar hand uit. ‘Komt goed mam. Geef die jurk nu maar hier, dan hang ik die nog even uit.’
Haar moeder staat de jurk af, loopt naar haar toe en kust haar op beide wangen. ‘Dag meisje.’ Ze pakt zachtjes haar kin vast en duwt haar gezicht een klein stukje omhoog. ‘Hoe voel je je?’
Vluchtig kijkt ze in haar moeders rode ogen. ‘Nerveus.’
‘Zoals iedere bruid dus,’ lacht haar moeder zacht.
Ze kijkt opzij naar de jurk die aan het hemelbed hangt. De kleurrijke kanten bloemen schitteren in het zonlicht. ‘Ja, denk ik.’
‘Wacht even,’ zegt haar moeder en ze schuift de kleine schoudertas van achter haar rug naar voren en pakt een klein make-up tasje uit. ‘Nog even een beetje rouge lieverd. Je ziet zo bleek.’
‘Mam. Marieke mag dat toch zelf weten,’ zucht Luna.
Ze pakt haar moeders hand vast en knijpt er even in. ‘Bedankt mam. Lief van je.’
Met het kwastje strijkt haar moeder de rouge op haar gezicht.
Ze kijkt aandachtig naar haar moeder. Naar de kleine pigmentvlekjes en de kraaienpootjes om haar moeders ogen. Even laat ze haar blik hangen bij de kleine donkere donzige haartjes boven haar lippen.
‘Heb je wel een beetje kunnen slapen?’ vraagt haar moeder.
‘Een beetje. Bram had zelfs een neusstrip tegen het snurken opgedaan. Niet dat het veel uitmaakte.’
‘Bijzonder hé? Hoe die mannen altijd maar rustig kunnen slapen,’ zegt Luna terwijl ze naar het keukentje loopt.
‘Nou jullie vader niet. Hij kon al bij onze bruiloft van de spanning een week niet slapen.’
‘Waar is pap eigenlijk?’ vraagt ze.
‘Die is even bij de mannen,’ zegt haar moeder en ze loopt naar de kaptafel. ‘Zoals hij zelf zegt om nog even een laatste woord man tot man te spreken.’
‘Ach, veel wijze raad hoeft hij voor dit huwelijk toch niet mee te geven?’ roept Luna vanuit het keukentje.
Ze ziet hoe haar moeder met gebalde vuisten haar mond opent, om die vervolgens hoofdschuddend weer te sluiten.
Luna loopt de keuken uit met een kop thee in haar handen. ‘Ga nu maar zitten mam. De thee is al klaar.’
‘Ja zo. Even dit opruimen. Dat kan toch niet zo blijven liggen.’
‘Mam. Er zijn echt wel belangrijke dingen. Dat doen we morgen wel een keer. Als alles achter de rug is.’
Haar moeder schudt haar hoofd en strijkt met haar mouw langs haar wang. Dan neemt ze plaats naast haar op de sofa ‘Hierna moeten we wel de jurk aan doen hoor. Anders redden we het niet.’
*
In de kasteeltuin is het prieeltje versierd met roze hortensia’s en witte rozen. De vijftien genodigde gasten zitten in klein boogje tegenover haar. Een gezelschap dat ze met veel moeite select hebben weten te houden, ondanks haar moeder. Ze staart naar het kasteel en de vogels die er boven vliegen. Bram knijpt in haar hand. Ze kijkt opzij en glimlacht. Dan kijkt ze naar haar oma, wie met een wit zakdoekje een traan van haar gezicht veegt.
‘Dan wil ik jullie nu vragen om te gaan staan,’ zegt de ambtenaar.
Bram helpt haar overeind en houdt haar handen stevig vast.
‘Ik ga nog nergens heen hoor,’ fluistert ze zachtjes.
Een traan rolt over zijn wang. ‘Weet ik.’
Het valt haar nu pas op hoe rood ze zijn en hoe donker de kringen eronder. Zelfs nadat het jawoord van zijn lippen glijdt, blijven zijn lippen trillen. Zachtjes knijpt ze even in zijn handen.
Zijn duimen wrijven over die van haar zoals hij altijd doet als ze wat gespannen is. Toch voelt ze dat het ditmaal vooral voor hem is. Even strijkt zijn vinger over haar verlovingsring. Ze had nee willen zeggen. Ze hadden al een samenlevingscontract en alles was al geregeld. Het zou een hoop geld schelen, maar hij had haar overtuigd. Zoals hij meestal wel deed.
‘Wat is daarop uw antwoord?’ vraagt de ambtenaar.
Ze kijkt weer op van zijn lippen, naar zijn ogen. ‘Ja,’ fluistert ze.
‘Dan verklaar ik jullie tot man en vrouw. U mag de bruid kussen.’
Zijn baard prikt ruw tegen de bovenkant van haar schrale lippen. Ze voelt zijn arm achter haar rug doorgaan en haar stevig tegen hem aantrekken, nog niet klaar om haar te laten gaan.
*
Luna staat in de deuropening met een geheven champagneglas. Achter haar glinsteren de kiezelstenen in het maanlicht.
‘Geniet van je huwelijksnacht,’ knipoogt Luna.
‘Denk je echt dat het oké is. Met mam?’
‘Het draait om jou hé. Niet om mam. Dat zij al die mensen heeft uitgenodigd maakt niet dat jij braaf hoeft komen op te draven.’
‘Dankje,’ glimlacht ze.
‘Geen probleem. Ik had bij mijn bruiloft ook liever een stil vertrek gehad dan dat handje schudden op het eind.’
Vluchtig kijkt ze naar de ring om Luna haar nek. Ze wil iets zeggen, maar Luna knikt kort waarop ze besluit alleen te glimlachen.
Voor ze haar voet over de drempel kan zetten, pakt Bram haar arm.
‘Wacht even. We gaan hier wel de traditie even in eren houden hé.’
‘Als je me dan straks ook nog maar over de drempel van het koetshuis tilt.’
Terwijl hij haar over het pad tilt, staart ze naar de volle maan en de sterren. ‘Nog bedankt dat je me hebt overgehaald.’
Bram stopt. Zonder een woord te zeggen kust hij haar.
Ze pakt zijn gezicht met beide handen vast. Stevig duwt ze haar lippen tegen de zijne, terwijl tranen over haar wangen lopen.
*
Het licht schijnt door een klein kiertje in het gordijn naar binnen. Ze draait op haar zij en tikt met haar hand op de mobiel op het nachtkastje. Half negen, ze kan zich niet meer herinneren wanneer ze voor het laatst zo laat is opgestaan. Ze draait zich om naar Bram en glimlacht. ‘Goedemorgen echtgenoot.’
‘Goedemorgen vrouw,’ gaapt Bram. ‘Zal ik alvast gaan bellen voor het ontbijt?’
Ze schudt haar hoofd en strijkt even door zijn haren. ‘Mag ik eerst nog heel even bij je liggen?’
Hij tilt de dekens opzij en trekt haar met zijn andere arm tegen zich aan.
Na het ontbijt ruimt Bram alles op, terwijl ze zelf naar de wc loopt. Bij het wassen van haar handen bekijkt ze zichzelf in de spiegel. Ze draait de kraan uit en strijkt met haar vingers langs haar ogen. De groene oogschaduw en rouge hebben plaatsgemaakt voor haar eigen bleke huid met de donkere kringen. De barstjes op haar lippen liggen niet langer verscholen onder de lippenstift. Ze zucht, het leven heeft haar weer ingehaald.
Als ze de kamer inloopt, stopt Bram het hoeslaken in. Hij neemt plaats op het hemelbed. Zonder een woord neemt ze plaats naast Bram, een zacht gekraak volgt.
‘Je hebt het bed al in orde gemaakt,’ fluistert ze terwijl ze zachtjes tegen hem aanvalt.
‘Ja.’
Een tijdje zitten ze samen in stilte, haar vingers glijdend over de twee ringen aan linkerhand.
‘Bedankt,’ fluistert Bram.
‘Waarvoor?’
‘Dat je ja hebt gezegd.’
Ze denkt terug aan de gesprekken van de afgelopen maanden. Aan de keren dat hij haar hand heeft vastgehouden. Dat hij met haar heeft ingestemd, ondanks wat haar woorden voor hem betekenen. ‘Bedankt dat je me toch nog vroeg.’
Bram kust haar zachtjes op haar hoofd. ‘Sta je er nog steeds achter?’
Ze bijt op haar lip en staart even naar de kaptafel. Het doosje van de oogschaduw staat nog steeds open. Dan knikt ze zachtjes.
Hij pakt haar hoofd vast en draait het naar hem toe. Hij kust haar kort op haar lippen. ‘Ik moet het je wel horen zeggen. Dat hebben we zo afgesproken.’
Ze kijkt naar zijn waterige ogen. ‘Ja. Ik sta er nog steeds achter. Dit is voor mij het beste.’
Zijn ogen stromen over. ‘Dan haal ik de rest.’
Zijn ogen stromen over. ‘Dan haal ik de rest.’
Ze kijkt toe hoe Bram van haar vandaan loopt naar de deur. De deur protesteert nog steeds, maar Bram heeft aan een ruk genoeg.
Ze doet de driekwartsmouwen van haar nachtjapon goed. Even kijkt ze naar de haren op haar arm die rechtovereind staan, toch voelt ze geen kou. Ze probeert te achterhalen wat ze wel voelt. Maar het blijft leeg. Los van de pijn die ze altijd voelt. Zelfs het terugdenken aan de ceremonie roept niks op, toch weet ze zeker dat ze op dat moment een soort van gelukkig was. Al was het slechts een seconde.
De deur kraakt opnieuw. Bram loopt voorop, met achter hem Dokter Vischer.
‘Goedemorgen Marieke,’ zegt dokter Vischer met uitgestoken hand. ‘Nog gefeliciteerd met de bruiloft. Het was een mooie ceremonie hoorde ik.’
Ze knikt. ‘Dank u. Waar is mijn familie?’
‘Je familie komt zo. Ik wil eerst zeker zijn dat wij rustig alles kunnen doornemen. Zonder dat je misschien druk van buitenaf voelt.’
In gedachten hoort ze Luna een verwijt naar haar moeder maken. ‘Dankje.’
Een half uur lang spreken ze alles rustig door. Dan slaat dokter Vischer de zwarte map dicht. ‘Zo. Dan zal ik nu je familie erbij halen.’
Luna komt als eerste binnen, gevolgd door haar vader. En dokter Vischer.
‘Waar is mam?’ vraagt ze.
‘Ze heeft nog even een momentje nodig,’ antwoord haar vader en hij gaat langs haar op bed zitten. ‘Ben jij zelf zover meissie?’
Ze knikt.
Hij pakt haar hand en knijpt er zachtjes in. ‘Dan is het belangrijkste.’
Ze blijft staren naar de deuropening
‘Ze komt echt wel,’ fluistert Luna die achter haar vader staat. ‘Geef haar even wat tijd.’
Ze gniffelt, schudt haar hoofd en kijkt dan vluchtig naar dokter Vischer die de spullen klaarlegt op de salontafel. Naar de spuit die ze inmiddels al vijf keer – leeg- in haar handen heeft gehad. Maar nu voor de eerste keer écht gevuld is. Een ogenschijnlijke kleine oplossing, waar ze een jaar lang op heeft moeten wachten.
‘Wil je anders dat ik haar ga halen?’ vraagt Bram.
Haar vader schudt zijn hoofd. ‘Nee blijf jij hier. Ik ga wel even.’
Ze hoort de verhitte stem van haar moeder, als oerkreten voor het leven.
In haar ooghoek ziet ze Luna bijtend op haar lip haar hoofd schudden en meermaals haar mouw langs haar wangen vegen. Luna begreep haar meteen. Vanaf het eerste gesprek stond Luna achter haar, zoals ze altijd heeft gedaan. En andersom, al lukte haar dat de laatste jaren niet meer.
‘Het is oké,’ fluistert Bram. ‘Ze mag dit moeilijk vinden. Je moeder komt zo vast wel.’
Ze knikt en wrijft met haar duim over Bram zijn hand. Haar gedachten dwalen af naar de vele gesprekken met haar moeder. Hoe die van geschreeuw langzaam overgingen naar stilte.
Luna gaat bij haar voeten zitten. ‘Heb je nog een beetje kunnen slapen?’
‘Ja. Gek toch?’
Even hoort ze haar vaders stem.
Luna pakt haar hand. ‘Lijkt me eerder logisch. Je hebt genoeg gestreden nu.’
Ze kijkt naar Bram.
Zachtjes kust hij haar.
Ze hoort haar vaders voetstappen naderen en draait zich naar de deuropening.
Haar vader schudt zijn hoofd en sluit de deur.
Luna komt overeind. ‘Dit meen je toch niet? Ik haal haar wel,’ snauwt ze.
Ze grijpt haar zus arm. ‘Nee Luna. Het is goed. Ze was er gisteren. Dat is wat telt’
Dan kijkt ze naar dokter Vischer. ‘Ik ga naar even naar de wc en dan kunnen we beginnen.’
Ze neemt weer plaats op het bed en draait zich even om, in de richting van de deur. ‘Kunnen we misschien het beddengoed omdraaien?’
‘Natuurlijk,’ zegt Bram.
Haar vader helpt haar uit bed en houdt haar even vast. Zachtjes kust hij haar hoofd.
Ze voelt een druppel op haar wang vallen. ‘Het is oké.’ fluistert ze. 'Je hebt je best gedaan.' Ze gaat weer liggen en kijkt naar de gesloten deur.
Bram komt naast haar op het bed zitten en houdt haar hand vast. ‘Is het goed zo?’
‘Ja.’
Terwijl dokter Vischer de procedure nogmaals uitlegt, blijft ze kijken naar de deur. Zonder Vischer aan te kijken bevestigt ze dat dit haar wens en eigen keuze is.
De naald geeft een pijnlijke steek, maar al snel voelt ze een soort warmte. Een rustgevende, zalige warmte die haar volledig overneemt.
Ze haalt haar hand achter Bram zijn rug door en trekt hem stevig tegen haar aan. Met haar oog nog altijd op de deur gericht, wachtend tot die opengaat.
Bram haalt zijn beide armen onder haar door en gaat tegen haar aan liggen. ‘Bedankt dat je hebt doorgezet. Dat ik je nu op deze manier mag laten gaan. Dat ik niet meer bang hoef te zijn om je ergens te vinden,’ fluistert hij zacht en hij kust haar op haar lippen.
Even kijkt ze hem aan, dan vallen haar ogen dicht. Ze sust zichzelf dat het oké is zo. Dat ze mag gaan, ook zonder haar moeders zegen. Dat een leven een geschenk is, maar ze de duur ervan zelf mag kiezen.
De geluiden om haar heen worden zachter. In de verte klinkt een doffe knal.
De druk onder haar rug verdwijnt en een lichte, vreemde tinteling volgt op haar wangen.
Maar haar ogen gaan niet meer open.
***
Marie-louise Hellemons is jarenlang werkzaam geweest binnen de psychiatrie. Sinds een paar jaar richt ze zich volledig op haar gezin en het schrijven van verhalen en poëzie.
Gefeliciteerd Marie-louise!
BeantwoordenVerwijderen🥲 Gefeliciteerd Marie-louise. Heel mooi.
BeantwoordenVerwijderenGeregeld treffende beschrijvingen, maar in je techniek kan je nog wat verbeteren. ‘…,’ knipoogt ze, ‘…,’ lacht ze kan niet. Je schrijft regelmatig: fluistert ze zacht. Fluisteren is al zacht. De “herinneringen van vroeger” blijven vaag.
BeantwoordenVerwijderenVerder pakt het verhaal mij niet, maar dat is persoonlijk, je bent immers derde geworden! Ik zie geen verhaallijn. Misschien zou je het verhaal in minder woorden op kunnen schrijven om het voor iedereen interessant te maken.
Wat een eer!
BeantwoordenVerwijderenDank jullie wel juryleden. Heel blij dat juist dit verhaal gepubliceerd is.
Ik neem de feedback mee voor een volgend verhaal.
Wauw!! Heel tof! Gefeliciteerd
BeantwoordenVerwijderenBeste Marie-Louise, er valt inderdaad op een paar schrijftechnieken en schoonheidsfoutjes wat aan te merken, maar het verhaal is prachtig. Zeer invoelend geschreven en de verhaallijn lijkt mij duidelijk. Knap hoe je melodrama weet te vermijden, maar toch rondom de moeder een pijnpunt weet bloot te leggen én begrijpelijk te maken. Het grootste goed dat een schrijver kan hebben is empathie, zonder kan je eigenlijk geen schrijver zijn. Het is evident dat je over een sterk empathisch vermogen beschikt. Blijf dus schrijven.
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd met je derde plaats. Het verhaal heeft een duidelijke structuur en de emoties zijn herkenbaar, maar persoonlijk vond ik het wel erg voorspelbaar. Misschien had een verrassende wending of een iets subtielere opbouw het spannender kunnen maken.
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd!
BeantwoordenVerwijderen