De dingen die blijven liggen
- Dieuwke Lauwers - Illustratie: Maaike Everaerts -
Sommige dingen moet je gewoon laten liggen.
Zoals het petje dat iemand laat vallen in de bus. Of een gemiste kans die je pas snapt als je te laat bent. Of woorden die je bijna zegt, maar dan toch inslikt. Sommige dingen horen niet mee terug naar huis.Ik ben vijftien. Dat betekent dat ik net oud genoeg ben om veel te voelen, maar nog niet oud genoeg om er iets zinnigs mee te doen.
Neem gisteren.
Ik stond op het perron met mijn fiets aan de hand en een Mars in mijn jaszak. Er was niemand die me iets vroeg, niemand die iets van me wilde. Dat is meestal fijn. Alleen voelde het deze keer alsof ik niet bestond. Alsof ik een detail was in iemands achtergrond.
En toen kwam zij.
Ze droeg een oranje trui met een witte vlek op de mouw. Ze had een kartonnen beker in haar hand en een rugzak waar een theezakje uitstak. Het viel me op omdat ik altijd let op kleine dingen.Ze keek me aan alsof ze me kende.
‘Is deze plek vrij?’ vroeg ze.
‘Ja,’ zei ik.
We stonden daar naast elkaar, twee onbekenden met een paar meter stilte tussen ons. Ze keek naar de rails alsof ze iets zocht dat daar niet lag.
‘Weet je wat het is met treinen?’ zei ze na een tijdje.
Ik schudde m’n hoofd.
‘Ze komen altijd ergens vandaan, maar ze weten nooit waar ze thuishoren.’
Dat bleef hangen.
Ze heette Luna. Ze was zestien en vond het woord “doel” een van de meest overschatte begrippen in de wereld.
‘Soms is verdwalen het beste wat je kunt doen,’ zei ze. ‘Dan zie je tenminste wat anders dan rechte lijnen.’
We spraken die middag drie uur lang. Over niks en alles. Over waarom mensen blozen. Over waarom sommige liedjes voelen alsof ze je kennen.
Op een gegeven moment vroeg ze: ‘Heb jij ook dingen die je nooit hebt gezegd?’
Ik dacht aan al die keren dat ik iets had willen vragen maar het niet deed. Dat ik iemand een brief wilde geven maar hem niet schreef.
‘Ja,’ zei ik. ‘Best veel.’
Ze knikte. ‘Ik ook. Daarom schrijf ik ze op papiertjes en laat ik ze ergens achter. In treinen, in boeken, tussen de verpakkingen in de supermarkt.’
‘Waarom?’ vroeg ik.
‘Omdat ik geloof dat woorden ergens moeten landen. Al is het bij een vreemde.’
Ze vroeg of ik iets wilde achterlaten, daar op het station.Ik had niks. Alleen die Mars in mijn zak.
‘Doe het wikkel,’ zei ze.
Ik haalde het wikkel eraf en zij schreef erop:
"Soms is één ontmoeting genoeg om niet meer kwijt te raken wat je zelf bijna vergat."
Ze vouwde het klein en stopte het tussen een kier in het bankje.
‘Nu is het van niemand,’ zei ze. ‘En dus van iedereen.’
Toen de trein kwam, stapte ze in. Geen afscheid. Geen doei.Ze keek uit het raam. Niet verdrietig. Niet blij. Gewoon… echt.Ik zag haar nog net lachen, heel klein. En weg was ze.Ik ben haar nooit meer tegengekomen.
Maar soms vind ik papiertjes op vreemde plekken. In een winkelmandje. In een boek op school. In een jaszak die geen van mijn jassen is.
En soms, heel soms, staan er zinnen op die klinken alsof iemand mijn hoofd kent.
Dan glimlach ik.
En laat ik het liggen.
Sommige dingen moet je gewoon laten liggen.
***
Gefeliciteerd Dieuwke! Heel graag gelezen dit.
BeantwoordenVerwijderenDank u wel !
VerwijderenGefeliciteerd Dieuwke! Heel mooi!
BeantwoordenVerwijderenSuper!!!
BeantwoordenVerwijderenDat is zo mooi! Echt prachtig! Gefeliciteerd!
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd, wat een mooi verhaal!
BeantwoordenVerwijderenPrachtig verhaal. Mooie boodschap
BeantwoordenVerwijderenVan harte gefeliciteerd!
BeantwoordenVerwijderenVan iets klein kan er iets mooi van komen. Het was liefdevol.
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd, mooi geschreven