Volgende publicaties: 23/24/25 aug
Manuscript van het Jaar Nieuw!

Manuscript van de Maand augustus 2025

Beste schrijvers, hieronder presenteren we de eerste maandwinnaar van onze manuscriptenwedstrijd. De jury lette bij de beoordeling niet alleen op taal en verhaaltechniek, maar ook of het manuscript in onze ogen kan leiden tot een complete uitgave.

De reden dat de jury het onderstaand manuscript tot winnaar heeft gekozen is niet omdat het foutloos is, er zitten zeker nog veel foutjes in. De reden is meer dat we het gevoel hebben dat we een echt boek aan het lezen zijn, omdat we het gevoel hebben dat er een wereld voor ons open gaat en dat we verder willen lezen. Dit manuscript heeft vlees om de botten en dat is wat we willen. Natuurlijk weten we niet of de schrijfster haar belofte waar kan maken, we hebben alleen de eerste vijfduizend woorden gelezen, maar we zijn erg benieuwd!

De schrijfster krijgt een uitnodiging voor een gesprek om de mogelijkheden van een uitgave bij onze kersverse uitgeverij te verkennen.

Hieronder presenteren we de eerste tweeduizend woorden, met de foutjes er nog in. Veel leesplezier!

-- Maarten van VvdM/Manuscript van het Jaar


Hibernatie

- Marie-louise Hellemons - Illustratie: Jo Neels -

Vanachter de rook boven Amsterdam kwam de zon langzaam op. Enkele stralen wisten de grond voor mijn voeten te bereiken. Licht dat verdween in de stroperige rode poel met weelderige blonde haren. Háár blonde haren.
Terwijl het bloed van mijn met kool bedekte handen droop, bekroop mij de gedachte of ik meer had kunnen doen. Maar wat dan? Ik had haar nooit gevraagd om bij mij binnen te lopen.

1.

Een halve maan eerder

Op straat werden de lantaarns voorbereid voor de avond. Voorzichtig draaide ik een bout van het motorblok van Pegasus aan. Ondanks de succesvolle ritten met de schaalmodellen, liet Pegasus het afweten. Zelfs mijn vrienden drukten mij inmiddels op het hart dat het onmogelijk was. Maar sinds die helse avond, wist ik dat niks onmogelijk was. Al wenste ik het nog zo.
Haar stem klonk zacht. Misschien had ik het meteen moeten horen, maar een man te midden van zijn passie heeft nu eenmaal weinig aandacht voor ander schoon. Zeker een man in mijn positie.
‘Mag ik binnenkomen?’ vroeg ze.
‘De deur staat open,’ mompelde ik zonder om te kijken. ‘Ga maar alvast zitten. Ik moet dit even afronden.’
‘Wij hebben een voorstel voor u.’
Ik zuchtte. ‘Dat hebben ze allemaal. Neem plaats en ik kom zo bij u.’ Ik kreeg minder verzoeken na mijn verhuizing naar de oude vervallen fabriekshal tussen de lagere klassen. Mijn uitvindingen bleven van hoge stand, maar de stand zelf was mij ontnomen.
Ik koppelde de slang opnieuw aan. Mijn Pegasus, ze moest en zou gaan vliegen. Dat had ik Melanie beloofd. Mijn ontwerpen waren correct. Het mechaniek werkte, maar dat helse blok bleef sputteren. Ik monteerde de zuigers en draaide mij om.
Daar zat ze, met haar benen wiebelend, op de stoel. Haar lange blonde haren perfect gekruld. Ze moet een jaar of dertien zijn geweest, vijf jaar jonger dan Melanie toen ik haar voor het laatst zag. Even vroeg ik mij af of ze zelf wel doorhad hoe ver ze van haar veilige eilandje verwijderd was. En welk risico ze nam door hier te zijn.
‘Wat doe jij hier?’ vroeg ik en ik greep het doek dat naast Pegasus op de grond lag.
Het meisje sprong op van de stoel en maakte een kleine buiging. ‘Geachte heer Leo van Smeeds. Mijn naam is…’
‘Elsemarijn Engels,’ onderbrak ik haar. ‘De buitenechtelijke dochter van de kapitein.’ Ik veegde mijn handen af aan het doek. ’Ik vraag niet wie je bent. Ik vraag wat je hier moet.’
Haar wangen kleurden rood. ‘Mijn excuses, meneer van Smeeds,’ stamelde Elsemarijn. ‘Ik kom met een voorstel.’
Ik boende de zetelring om mijn vinger schoon. ‘Luister eens, ik heb mijn contributie netjes betaald. Dus zeg je vader maar…’ Ik stopte.
Ze snikte als een klein kind. Haar hele lijf rilde. ‘Mijn vader is verdwenen,’ huilde ze. ‘Al drie maanden. Niemand weet waar hij is.’
Ik beet op lip. Mijn vuisten balden zich, alsof ze een eigen leven hadden. Ik haalde een paar rustig diep adem en uit, zonder succes. ‘Jouw vader heeft alleen deze maand al drie mannen uit mijn wijk opgepakt,’ snauwde ik. ‘Ik weet niet welk spel jij speelt, maar je vertrekt nu.’
Elsemarijn stampte haar voet op de grond. ‘Leugens!’ schreeuwde ze. ‘Hij zou zoiets nooit doen!’
Ik smeet de doek in haar richting. ‘Geloof me, ik weet dat kleine meisjes hun vader idealiseren. En dat het vast moeilijk is dat papa niet zo lief blijkt te zijn. Maar je kan niet zomaar bij mensen binnen lopen en je wilde verhalen vertellen. Zeker niet in deze wijk.’ Ik greep haar bij haar arm. ‘Ik zal je terugbrengen naar jouw eigen stadsdeel. Zodat jouw lieve papa zich geen zorgen hoeft te maken om zijn dochter.’
Elsemarijn rukte zich los en graaide met haar hand in het kleine buideltje dat om haar middel hing. ‘Jij hebt ze ook gezien!’ riep ze en ze hield een paarse diamant in het licht.
Er ontstonden schimmen op de grond. Helse paarse schimmen die precies hetzelfde dansten als die gruwelijke avond. Alsof ze opnieuw uit de scepter verschenen die ik voor Melanie had gemaakt. Haar moeders krijste weer in mijn oor. De schimmen dansten naar mij toe.
Ik stoof op haar af en greep naar haar hand. ‘Hoe kom je daaraan!’
Ze stapte naar achteren en stopte de diamant weer in de buidel. ‘Dat zijn mijn zaken,’ zei ze zonder mij aan te kijken. ‘Helpt u mij?’
‘Helpen?’
‘U weet toch wat dit is? U heeft het toch eerder gezien?’
Ze wist het niet. Ze had geen enkel benul van wat ze bij zich droeg. ‘Als je slim bent, stop je die Anima heel ver weg. Voordat iemand het ontdekt. Je hebt geen idee wat voor ellende je jezelf op de hals haalt.’ Ik griste mijn mantel van de haak en sloeg hem om. ‘We moeten gaan, Straks ontdekken ze nog dat je hier bent.’
‘Nee!’ schreeuwde Elsemarijn. ‘Ik ga niet weg voordat u toezegt dat u mij zal helpen.’
Ik pakte de oude blauwe mantel van Melanie en gooide die naar haar. ‘Sla deze mantel over die van jezelf heen, dan val je minder op.’
Ze staarde me aan met een lege ijzige blik, met de mantel in haar handen.
‘Nu,’ snauwde ik.
Haar lip trilde. Starend naar haar voeten sloeg ze hem om. ‘Het is jonge damesmantel,’ fluisterde ze.
Ik gooide de doeken over Pegasus heen en zuchtte. ‘Dat zou jou toch niet moeten verbazen. Kom.’
Weer stampte ze met haar voet op de grond. ‘Nee. Niet totdat u mij belooft dat u mij helpt.’
Ik greep haar bij haar arm en trok haar mee naar buiten, de straat op. ‘Doe je kap op. Het is beter als ze je niet zien.’
Elsemarijn probeerde zich uit alle macht los te rukken, maar ik gaf niet toe. Vlug deed ik zelf de kap over haar blonde haren heen.

#

De lucht rook naar de stoom van de kolen. De stoomtrams waren de snelste manier om naar het oude hart van Amsterdam te reizen. Maar dat vergrote het risico dat iemand van de schutterijen haar zou zien. Het beste was om te voet door de buitenwijken te gaan. Ik trok haar aan haar arm mee door de wijken. Haar smeekbedes negerend. Met momenten ving ik wel flarden van de inhoud op. Iets over een samenzwering en een coup.
Bij de rand van de stadsgrens – veilig verscholen in de smog- liet ik haar los. ‘Als je vijfhonderd meter rechtdoor loopt, kom je bij de oude poort uit. Doe je kap niet af voordat je ver voorbij de poort bent.’
Elsemarijn wreef met haar hand over de zwarte afdruk op haar pols. Haar natte wangen glinsterden. ‘En uw mantel dan?’
‘Houd maar.’
Elsemarijn veegde haar hand langs haar gezicht en haalde een verkreukte enveloppe uit haar buidel. Het was verzegeld met een kaarsdruk. Ze duwde de enveloppe in mijn handen. ‘Beloof me dat u dit leest,’
‘Beloof ik,’ zei ik hoewel ik zeker wist dat ik de brief thuis meteen op het vuur zou gooien.
Een kleine lach verscheen van onder haar tranen. Toen liep ze naar haar eigen stadsdeel.
Vluchtig keek ik naar de enveloppe. Het was geadresseerd aan Banninck-Cocq, haar vader. Kapitein van de Nachtwacht, de belangrijkste schutterij van mijn nieuwe thuis. Elsemarijn ging op in de rook en ik trok naar huis. Waar ik tegen beter weten in de brief opborg in een lade.

2.


Twee weken lang ging ik de strijd aan met Pegasus, voordat mijn nieuwsgierigheid het uiteindelijk van mij won. Twee weken, waarin ik geen enkel contact met Elsemarijn of de leden van de Nachtwacht had. Een afwezigheid die mij hoopvol had gestemd dat niemand over haar bezoek wist.
Ik sloot de deur van de werkplaats aan de binnenkant af met de houtenbalk en vertrok naar het woongedeelte boven. Nu ik erop terugkijk, was dat misschien wel een voorteken geweest. Met een handvol kolen op het vuur en haalde ik de brief uit de lade. De kaarszetel voelde dikker aan dan normaal. Het was de zetel van de Nachtwacht, maar zichtbaar vluchtig erop gezet. Met een verscheurde onbekende zetel eronder.

Geachte heer Banninck-Cocq,

Er komen donkere tijden aan. Van eenieder van ons wordt verwacht om in tijden als deze zijn loyaliteit te tonen. Wij kunnen niet langer toestaan hoe ons Amsterdam ten gronden valt aan de loyalisten van Generaal Dubois.

Het handschrift was slordig. Vol met de hanenpoten van een klein kind.

Er zijn plannen om de bevoegdheden van de schutterijen over te dragen aan zijn nieuwe militante instituut, De Elite van Oranje. Net als in Haarlem en Leiden.

Plots begonnen mijn oude ijzeren poorten te rammelen. Van schrik liet ik de brief vallen en haastte me naar het geheime luik. Door de telescoop zag ik hem staan in het schemerige licht van de straatlantaarn. Generaal Dubois. Twee mannen rukten aan mijn poort. Ik kon niet zien wie ze waren. Toch kropen er kleine builtjes over mijn beide armen omhoog. Vlug greep ik de brief en vertrok op blote voeten door de geheime deur naar de verborgen achterkamer. Bij het knappen van de houtenbalk, doofde ik mijn lantaarn.
'Waar is hij?' schreeuwde Generaal Dubois. 'Laat geen steen omgekeerd.'
IJzer en glas kletterden op de grond. Gestamp kwam omhoog de trap op.
'Generaal! Dit moet u zien!' klonk een stem.
Het gestamp ging omlaag. Mijn hart kroop omhoog. Mijn geliefde Pegasus.
'Een nieuw wapentuig. Vast besteld door kapitein Banninck,’ zei Generaal Dubois.
Wapentuig. Waar haalde die mensen toch altijd het lef vandaan om mijn creaties om te buigen naar hun eigen zieke doeleinden?
'Wat wilt u dat we ermee doen?'
'Het mag niet in de handen van de vijanden vallen. Steek het aan.'
De lantaarn viel uit mijn handen. Ik hield kort mijn adem vast en sloeg vervolgens mijn beide handen over mijn mond en neus.
'Generaal,’ reageerde een andere stem. 'Als het een nieuw wapen is. Moeten we het dan niet zélf innemen?’
Zijn stem wist de kleine bultjes opnieuw over mijn lijf te laten lopen. Mijn maag draaide zich om.
'U heeft gelijk. Sluit het pand hermetisch af en stuur een duif naar heer Moureaux. Zij hebben een wagen die groot genoeg is om het mee te nemen naar het bestuurspaleis.’
Ik wachtte tot de man weer ging praten, maar hij bleef stil.
'En de heer van Smeeds?'
'Schrijf een arrestatiebevel uit en informeer de schutterijen. Ik ga morgen hoogstpersoonlijk naar zijn gilde.’
‘Welke beloning zal ik er tegenover zetten?’
‘Twee zakken goudse kolen.’
Een beloning die vele malen hoger was dan wat ik tegenwoordig in een jaar verdiende. Ik wachtte tot poort zich weer sloot. Snel raapte ik de lantaarn op en liep op mijn tenen naar het luik. Door de telescoop zag ik twee mannen nog bij de poort, met de rug naar het pand. De uitrusting hoorde niet bij de Elite van Oranje of een schutterij.
Ik sloeg mijn mantel om en vulde een kussensloop met wat spullen en kleding. De brief borg ik op in mijn binnenzak, samen met oude ketting van mijn vrouw. Met de gedoofde lantaarn in mijn hand, sloop ik in het pikkedonker op mijn tenen naar de werkplaats. Scherpe splinters prikte zo nu en dan in mijn voeten. Wat hadden die barbaren met mijn werkplaats gedaan?
Met mijn spullen in Pegasus’ mand en taste ik voorzichtig de machine af. Alles voelde even glad en ruw als het moest zijn. Het gereedschap lag er nog in. Het was nu of nooit.
Zo stil mogelijk legde ik alles wat ik maar kon tillen als barricade voor de deur: planken, wielen, loden pijpen, zakken met kolen en zelfs mijn stoomfiets. Doosjes met spijkers, schroeven en bouten gooide ik als een spijkermat – van de deur tot aan de Pegasus - over de grond.

Ik streek een lucifer af en lichtte de kaars van de lantaarn. Als ik destijds had geweten dat ik nooit meer terug zou keren had ik misschien dingen anders gedaan. Mijn ontwerpen en uitvindingen meegenomen. Of gewoon mijn schoenen.


Reacties

  1. Gefeliciteerd Marie-louise!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik dacht dat vandaag de derde plaats zou verschijnen??????

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 21 augEerste maandwinnaar Manuscript van het Jaar
      22 augDerde plaats
      23 augTweede plaats
      24 augWinnaar

      Morgen volgt dus de derde plaats van het Verhaal van de maand.

      Verwijderen
    2. Ik ben bang dat ik een foutje heb gemaakt.
      De derde plaats verschijnt 23 aug en alle data schuiven één dag op. Mijn excuses. Het blijft mensenwerk he.
      -- Maarten

      Verwijderen
  3. Heel graag gelezen. Ik ben benieuwd naar het vervolg. Veel succes met je boek.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Gefeliciteerd, wat een prachtig begin van een manuscript. Zeer graag gelezen en heel benieuwd naar het vervolg!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Van harte en nu 21 augustus 2025 ook dorpsdichter van gemeente Heumen

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wauw! Wat een eer om bij de eerste ronde van manuscript van de maand als winnaar uit de bus te mogen komen! Ik zal mijn best doen de belofte waar te maken.
    En zoals iemand in de reactie plaatste, had ik inderdaad vandaag ook een andere heugelijk nieuwtje te vieren, dus ik zal dit weekend eens voor de mail gaan zitten... om te zien welke zwijgcontracten er getekend moeten worden voor deelname in verband met de geheime identiteit van alle juryleden ;)

    Dankjewel voor deze kans!
    (Bij mijn inauguratie als dorpsdichter zojuist had iemand dit nieuws aangekondigd, dus ik vrees dat ik nu ook namens een hele gemeente het waar moet gaan maken)


    En Bedankt voor de mooie reacties.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Gefeliciteerd Marie-Louise en veel succes met je boek.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Zo hé! Dat belooft een spannend boek te worden. Gefeliciteerd Marie-Louise. Terechte winnaar wat mij betreft.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten